WC 5 EN WC 6 Flashcards

1
Q

Narratief

A

verhalend, beschrijvend, ervaringen van mensen/burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vertoog

A

Een ervaring dat binnen een tijdsperk wordt gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Discours

A

De begrippen die een bepaalde betekenis krijgen in een bepaald tijdsperkHet begrip kan over 30 jaar verschillen, bepaald wat wel of niet mag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Margto Scholte  as van individueel – collectief

A

1 op 1 – in groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

As van ondersteuning /hulpverlening – activeren/participeren

A

= iets doen voor de mensen/mensen ondersteunen bij wat ze doen – op de kracht van de persoon zelf (wat heb je nodig/zoek dit en dit zelf uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

As van invoegen (microniveau) – structualiseren (wetgeving)

A

= gevolgen van de structurele problematiek, gericht op individu, een persoon voegt zich in – werken aan beleidsverandering en maatschappijhervorming. Kern is om bij de analyse altijd oog te hebben voor de samenhang tussen individuele componenten van problemen enerzijds en structurele componenten anderzijds. De gekozen interventiestrategie kan daarmee gelaagd zijn. De sociaal werker helpt individuen/gemeenschappen zich te verhouden tot het systeem (‘invoegen’) maar werkt ook aan aanpassing van het systeem aan noden van het individu en de gemeenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is Mobility Mentoring een verborgen disciplineringsstrategie?

A

Het is een overheidsprobleem (word vaak veroorzaakt door structuur/beleid) maar probleem wordt bij individu gelegd. Wat extra motiverend werkt bij MM is dat de oorzaken buiten de directe invloedsfeer van de cli3nt worden gelegd: ze kunnen er niet aan doen dat ze in deze situatie terecht zijn gekomen en er zelfstandig niet uitkomen, maar met de ondersteuning kunnen ze er wel iets aan doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat bedoelt Margot Scholte met de verschuivende ‘narratieven’ waarmee sociaal werk telkens opnieuw geconfronteerd wordt?

A

Problemen worden telkens anders benoemd. Eerst spraken we over paupers of zwervers en tegenwoordig voornamelijk over ‘verwarde personen’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Politiseren

A

Beleidsmakers bepalen het beleid. Wanneer er een structureel probleem optreedt, zoals armoede, ligt dit aan het beleid. Dit structurele probleem ligt dus niet bij het individu, maar bij het collectief. Op dat moment is het voor sociaalwerkers slim om te politiseren: contact opnemen met de beleidsmakers zelf om het probleem aan te kaarten, zodat dit aangepakt kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom zijn de klassieke principes van het social casework niet geschikt voor de hedendaagse clientèle van het sociaal werk?

A

Het is niet geschikt omdat oude interventies nog steeds worden toegepast, terwijl het wel een andere benaming heeft. Er moeten nieuwe interventies worden gecre3erd. Discours bepaald wat wel en niet mag en welke taal er word gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Probleemfiguraties

A

Geven meer inzicht in de context waarin interventies toegepast worden. (waarom een bepaalde handeling word toegepast bij een bepaald probleem) word gekeken naar object (persoon die zich in bepaalde situatie gedraagt): Oorzaak van situatie of gedrag, doelen opstellen van interventie, interventie strategie3n (hoe ga je dit toepassen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Crowding out-these!!

A

Een te actieve en grote overheid, een teveel aan professionele interventies slaat maatschappelijke initiatief, actieve burger, dood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Culturisme

A

discriminatie op basis van cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Constructivisme

A

maakbaar en veranderlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hypochondrisch

A

De opvatting van samenleving als lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly