Houte de Lange, Sterre ten (3 januari 2020) Interview met socioloog Nathalie Heinich: ‘Identiteit is meer dan nationale identiteit’, Sociale Vraagstukken. Opgevraagd van Flashcards

1
Q

Wat bedoelt Nathalie Heinrich als ze stelt dat identiteit uit meerdere dimensies bestaat

A

Het is ook ras, gender, religie, je professie, de sociale klasse, je familie, je woonplaats. Welke dimensie van iemands identiteit relevant is, is geheel afhankelijk van de specifieke context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe hangt de relevantie van de dimensie van identiteit af van de specifieke context

A

Door de juiste dimensie van identiteit te gebruiken binnen het juiste debat. Als het gaat om wie hoort er bij Nederland, dan kan je simpelweg terug gaan naar de dimensie die binnen nationale context relevant is: het paspoort. Marokkaanse Nederlanders zijn voor de (recht)staat niet anders dan ‘autochtone’ Nederlanders. Dat is de enige relevante dimensie van identiteit in nationale context en direct ook een dimensie die alle Nederlandse burgers met elkaar verenigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bedoelt Heinrich als ze beweert dat binnen sommige dimensies van identiteit hiërarchieën bestaan?

A

Mannen hebben meer privileges dan vrouwen. Witte mensen hebbenmeer privileges dan mensen van kleur. Rijke mensen meer dan armemensen. Hi3rarchie3n op individuele prestaties, bijvoorbeeld in schoolprestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Volgens Heinrich bestaat identiteit uit drie moments. Welke zijn dat, wat is het verschil tussen die moments en wat betekent het als die drie in harmonie zijn (of juist discrepant)?

A
  1. Zelfperceptie  hoe je over jezelf denkt-2. Zelfpresentatie  hoe je je aan anderen voorstelt-3. De identiteit die anderen u toeschrijven (designation)  hoe anderen jou zien-Als de drie totaal met elkaar in harmonie zijn – als wat anderen van jou denken en wat jij over jezelf denkt precies overeenkomt én precies past bij hoe jij jezelf presenteert – dan wordt identiteit transparant. Pas wanneer er een discrepantie ontstaat tussen die verschillende momenten, wordt identiteit zichtbaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly