Althoff, M. en Jansen, J. Wat heeft het allemaal om het lijf? Over het belangvan het begrip gender Flashcards

1
Q

gender.Gender 

A

Toekenning van gender en de bevestiging en invulling daarvan door gedrag (hoe je je voelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sekse 

A

Biologische onderscheid tussen mannen en vrouwen, biologischeen fysieke eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gender performance

A

Gender komt tot uitdrukking in handelingen, bewoordingen en gebaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Genderidentiteit

A

innerlijke genderbeleving van zich man/vrouw voelen, hoe je je voelt/ziet van binnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Genderiseren

A

Hoe we de gender hokjes inkleuren, mannen/vrouwen bepaalde kenmerken voorschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Doing gender 

A

Hoe een individu het begrip gender invult. Drie factoren belangrijk:- Sex (lichamelijke classificatie bij de geboorte)- Sex category door social membership (de toekenning van een geslacht op basis van het lichaam en sociale verwachtingen)- Gender (de toekenning van gender en de bevestiging en invulling daarvan door gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Statisch concept 

A

Betekend dat iets blijvend is  Gender is dus GEEN statisch conceptBoekhoven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly