Wat zeg je? Flashcards
You call or answer the phone
Hallo, met ….
You want to speak with someone
Mag ik …… spreken?
You want to be put through to someone
Kunt U me doorverbinden met ……
You ring the wrong number
Sorry, ik heb het verkeerde nummer gedraaid/gekozen
You want someone to speak louder
Kunt U iet harder praten
You are not interested (sales call)
Sorry, ik heb geen interesse
You want to leave a message
Kan ik een boodschap achterlaten
You want to pass on a message
Kunt U een boodschap doorgeven
You don’t understand what is said
Ik versta U niet
You don’t understand a situation
Ik begrijp het niet
You want to congratulate someone
Gefeliciteerd met (je verjaardag, a baby etc.)
Someone has died
Gecondoleerd met ….
You wish someone to get well soon
Beterschap met …
You see someone you know (how are you)
Hallo, hoe gaat het
You are sorry
Sorry, het spijt me