dodelijk blauw - woordenlijst Flashcards
mit einer Sache anfangen
aan iets beginnen
(an der Tür) klingeln
aanbellen
das Angebot
het aanbod
angreifen
aanvallen
der Hinweis
de aanwijzing
die Keramikfabrik
de aardewerkfabriek
nett
aardig
hintenrum
achterom
der Mülleimer
de afvalbak
ängstlich
angstig
der Antiquitätenhandel
de antiekhandel
die Arbeit
de baan
der Chef/Vorgesetzte
de baas
Angst kriegen
bang worden
meinen
bedoelen
vergraben
begraven
der/die Bekannte
de bekende
wichtig
belangrijk
anrufen
bellen
die Bestellung
de bestelling
beinahe, fast
bijna
die Kugel
de bol
der Wald
het bos
das Gebüsch
de bosjes (pl)
außerdem
bovendien
ds Erbrochene
het braaksel
die Gegen, Nähe
de buurt
die Kapuze
de capuchon
die Computerspielmesse
de computerspelbeurs
Das stimmt.
Dat klopt.
Das war knapp.
Dat was op het nippertje.
vornehm
deftig
in diese Richtung
deze kant op
in der Nähe
dichtbij
das Tierheim
het dierenasiel
er/die Tote
de dode
tödlich
dodelijk
sterben
doodgaan, overlijden
der totschlag
de doodslag
die Todesursache
de doodsoorzaak
belebt, viel los
druk
etwas nicht ausstehen können
een hekel hebben aan iets
die Einheit (Militär)
de eenheid
vorgestern
eergisteren
der Besitzer
de eigenaar
die Dickköpfigkeit, Sturheit
de eigenzinnigheid
etwas stimmt damit nicht
er is iets mis mee
es stimmt etwas nicht
er klopt iets niet
schlimm
erg
erben
erven
kurz
even
das Fahrrad
de fiets
der Fahrradverkehr
het fietsverkeer
toll, schön
fijn
KTU (die kriminaltechnische Untersuchung)
FO (de forensische opsporing)
der Gerichtsmediziner
de forensisch patholoog
die Pommes frites
de friet, de patat
das Gebäude
het gebouw
Kein Zutritt.
Geen toegang.
geheimnisvoll
geheimzinnig
der/die Verrückte (ug.)
de gek
verrückt sein nach
gek zijn op
beringt
geringd
der Fall
het geval
das Gift
het gif
die Göttin
de godin
es eilig haben
haast hebben
das Weltall
het heelal
leider
helaas
nicht im Geringsten, kein bisschen
helemaal niet
total, ganz
helemaal
die Gehirnerschütterung
de hersenschudding
die Vergangenheit ruhen lassen
het verleden laten rusten
ebenso
hetzelfde
Wieso?
Hoezo?
Treffpunkt für Homosexuelle
de HOP (homo-ontmoetings-plaats)
die Hauptwache
de hoofdbureau
mögen
houden van
die Hautfarbe
de huidskleur
die Fürsorge, Sozialhilfe
de hulpverlening
schlechtgelaunt, launisch
humeurig
jemanden einweisen
iemand opnemen
jemanden auf die Spur kommen
iemand op het spoor komen
das Eis
het ijsje
im Zusammenhang mit
in combinatie met
der Einbruch
de inbraak
einbrechen
inbreken
einchecken
inchecken
einpacken
inpakken
offensichtlich, anscheinend
kennelijk
kurz schauen, hineinschauen
een kijkje nemen
der/die Kunde/in
de klant
der Schlag
de klap
Kopf hoch!
Kop op!
der Käufer
de koper
kupfern
koperen
die Tasse
het kopje
die Kreuzung
het kruispunt
die Viertelstunde
het kwartier
loswerden wollen
kwijt willen
verlieren
kwijtraken
lästig, anstrengend
lastig
die Armee
het leger
ausliefern
leveren
der Vortrag
de lezing
lieb, freundlich
lief
die Liebe
de liefde
scheinen
lijken
