more random vocabulary Flashcards
1
Q
from next door
A
van hiernaast
2
Q
the neighbour (f) (m)
A
de buurvrouw, de buurman
3
Q
the solution
A
de oplossing
4
Q
such a../such
A
- zo een, zo’n
- >Sg, countable; ex. zo’n huis - zulk
- > het, uncountable, no article; ex. zulk hout - zulke
- > de, Sg, no article; ex. zulke muziek - dergelijk(e)
- > het w/o -e, de w -e, Sg, with article een,
ex. een dergelijk huis, een dergelijke lamp - zulke, dergelijke
- > always in Pl, ex. zulke dieren, dergelijke dieren
5
Q
the wood
A
het hout
6
Q
the pupil
A
de scholier
7
Q
the teacher
A
de leraar
8
Q
to tell
A
vertellen
9
Q
to commemorate
A
herdenken
10
Q
the war
A
de oorlog
11
Q
the train
A
de trein
12
Q
chess
A
het schaken
13
Q
ugly
A
lelijk
14
Q
boring
A
saai
15
Q
rich, poor
A
rijk, arm