WAP Flashcards
pensioenpijlers
1= wettelijke pensioenen
2= aanvullende pensioenen
3= fiscaal gestimuleerd individuele pensioensparen
4= niet-fiscaal gestimuleerd pensioensparen + alternatieve beleggingsvormen
doelstellingen en krachtlijnen WAP
- democratisering AP + versterkte inspraak WN
- aanmoediging sectorpensioenen
- toegankelijkheid tot pensioenstelsels bevorderen
- aanmoediging sociale pensioenstelsels
- herziening fiscaal regime
- invoering rendementsgarantie voor vastebijdrageplannen
- invoering pensioenleeftijd
- beknotting individuele pensioentoezeggingen
- verplichte externe financiering
- oprichting raad en commissie voor AP
repartitie
- inkomensoverdracht van actieve naar gepensioneerde bevolking
- bijdragen van huidige actieven worden onmiddellijk aangewend
- doel: gelijkheid op korte termijn tussen bijdragen en uitkeringen
- omslagstelsel/non-funding = pensioenlast van korte periode wordt gespreid over diegenen die inkomen hebben gedurende deze periode
- GEEN reserves aangelegd
- indien verhouding tussen werkende bevolking en pensioengerechtigden daalt:
> bijdragen verhogen
> pensioenleeftijd verhogen
> activiteitsgraad verhogen
> pensioenuitkeringen verlagen
kapitalisatie
- door storting van bijdragen/premies worden tijdens de duur van aansluiting reserves opgebouwd
- reservering/funding = actuele waarden van prestaties die uiteindelijk op pensioenleeftijd/bij overlijden worden uitgekeerd
- equivalentieprincipe = de toekomstige pensioenen moeten gelijk zijn aan de bestaande reserve + de toekomstige bijdragen, rekening houdend met het tijdsaspect van geld en leven
> inschatting van constante waarde van toekomstige bijdragen en uitkeringen = verwachtingswaarden/actuariële waarden
> 2 varianten
1. individuele kapitalisatie
2. collectieve kapitalisatie
vaste prestaties/defined benefit
- vooraf bepaald en gedefinieerd pensioen wordt opgebouwd
- inrichter verbindt zich tot uitkering van dat pensioen
- formule met aantal dienstjaren + percentage referentieloon
- soms rekening houdend met hoogte wettelijk pensioen of loonplafond
- voordeel: WN heeft relatief goed inzicht in verzekerde voordeel
- nadeel: inrichter heeft onzekerheid + beheersbaarheid financiering (zeker bij berekening bijdragen)
- beleggingsrisico ligt bij inrichter
> contribution holiday
vaste bijdragen/defined contribution
- enkel de premies/bijdragen worden vooraf bepaald
- inrichter verbindt zich ertoe enkel die bijdragen te betalen
- percentage van referentiewedde
- soms rekening houdend met wettelijk pensioenplafond
- voordeel: duidelijkheid verplichtingen, bijdragen en kapitaal zijn op ieder moment gekend, projectie naar toekomst is mogelijk
- nadeel: definitieve uitkering is pas gekend op moment van uitkering
- beleggingsrisico ligt bij WN
> rendementsgarantie
cash balance plannen
- betaling vaste bijdrage
- vaste prestatie: inrichter garandeert vooraf bepaald rendement
keuze tussen DB of DC
- contribution holiday >< in DC moet je elke keer betalen, ongeacht rendement
- bij DB moet je langetermijn visie hebben (hoge rotatie personeel), in DC kortetermijn stukje binnenbrengen in plan voor reële opbouw
- DB is zorgzamer (sociale functie)
- langlevenrisico: overlijdensdekking –> wat gaan we geven en aan wie?
- kapitaal > rente
- verschil in opbouw –> moeilijke keuze
externalisatie
- balansprovisie in BE VERBODEN
- voordeel balansprovisie: geld wordt intern gehouden = cashflow kan gegarandeerd blijven
- risico: bij faillissement ben je pensioen kwijt
- in landen met interne financiering vaak herverzekering
pensioeninstellingen
- typedwang
- IBP = sector- of ondernemingspensioenfonds
- verzekeringsonderneming
> groepsverzekering = pensioenstelsel
> individuele verzekering = individuele pensioentoezegging
verzekeraar
- meerdere ondernemingen
- aandeelhouders
- controlewet 2016
- verzekeringswet 2014
- NBB en FSMA
IBP
- 1 onderneming
- geen aandeelhouders
- IPB-wet
- verzekeringswet 2014
- FSMA
groepsverzekeraar
- = levensverzekeringsonderneming die levensverzekeringsovk sluit met WG ten behoeve van alle/deel van de WN
- = groepsverzekering
- algemene wettelijke principes van individuele levensverzekering toepasselijk
- aangroei pensioenreserves afhankelijk van verzekeringstak
> tak 21 = vast rendement (+ eventuele winstdeelnames), GEEN beleggingsfonds, lager risico, lagere rendementen
> tak 23 = GEEN vast rendement, WEL beleggingsfonds, hoger risico, hogere rendementen
toezicht en controle
- prudentieel toezicht: NBB (op IPB’s nu nog FSMA)
- gedragstoezicht: FSMA
- sociaal toezicht: FSMA
ondernemingsplan invoeren als er al sectorplan is
- opting-out
- opting-up
- WG buiten toepassingsgebied
opting-out
- = CAO kan voorzien dat WG uit sectorplan stapt en AP zelf organiseert
- expliciet voorzien in CAO
- bijzondere inspraakprocedure: voorafgaandelijk advies + aanplakking
- voordelen moeten minstens niveau van sectorpensioen bereiken
- meedelen aan sectorale inrichter
- WG = gebonden door regels zoals die gelden voor andere ondernemingspensioenen
- NIET mogelijk voor solidariteitstoezegging
opting-up
- = bovenop sectorale voordelen kan WG bijkomende voordelen geven in vorm van AP en solidariteitsprestaties
- alle WN moeten gedekt zijn
backservice
- verleden dienst / inhaalbijdragen
- pensioenrechten die verband houden met dienstjaren die al achter de rug liggen
- onderscheid obv aansluitingsdatum
- fiscaal beperkt
backservice na aansluitingsdatum
aansluiting bij indiensttreding
- verdiende pensioenen van eerdere jaren moeten opgetrokken worden zodat het met nieuwe loonniveau overeenstemt
- loonsverhoging
aansluiting na indiensttreding
- pensioenreglement moet voorzien
- indien WEL: dadelijk verworven recht mbt alle erkende dienstjaren
- herwaardering op zelfde manier als wanneer er rechten vanaf aansluiting zouden zijn gegeven
backservice voor de aansluitingsdatum
nieuwe WG
- anciënniteit opgebouwd bij andere WG inbrengen bij nieuwe WG
- moet voorzien zijn in reglement nieuwe WG
- op niet-discriminatoire wijze toegelaten voor alle aangeslotenen
- aantal jaren werkelijke beroepswerkzaamheid buiten onderneming beperkt tot 10 jaar
zelfde WG
- anciënniteit binnen onderneming wordt gevaloriseerd
- moet voorzien zijn in reglement
- niet-discriminatoir voor alle aangeslotenen
- beperking van 10 jaar
soorten pensioentoezeggingen
gericht aan
- meerdere WN = pensioenstelsel met pensioenreglement = collectieve pensioentoezegging (ook multi-inrichterstelsel)
- één WN = individuele pensioentoezegging met pensioenovk
> occasioneel en niet stelselmatig
> alle WN zijn al aangesloten bij collectief plan
- voortzetting = pensioeneis
niveau toezegging
- binnen de onderneming = ondernemingspensioenstelsel
- sectoraal niveau = sectorpensioen
soort
- gewoon pensioen
- sociaal pensioen met solidariteitsprestaties
beperkingen IPT
- fiscale beperking: maximumbedrag voor aftrekbare beroepskost (per WN = verdeeld onder verschillende WG)
- tijdsbeperking: mag niet meer tijdens laatste 36 maanden voor pensionering/ingang werkloosheidsregeling met bedrijfstoeslag
voorwaarden sociaal pensioenstelsel
algemene vwn
- 2 luiken die paritair beheerd worden = luik pensioen en luik solidarietit
- minimum aan solidaire rechten: totale kost solidariteitstoezegging = min. 4,4% van stortingen voor pensioentoezeggingen (max. 50% bijdragen)
- winstverdeling en kostenbeperking op bepaalde wijze
sociale sectorpensioenen
- pensioentoezegging toepasselijk op alle WN die onder CAO stelsel vallen
- sectorale CAO is van onbepaalde duur en algemeen bindend verklaard
- sectorale CAO vermeldt dat zij werd gesloten in toepassing van WAP
sociale ondernemingspensioenen
- aanvullend pensioenplan geldt voor alle WN van onderneming
- aanvullend sociaal pensioen wordt ingesteld door CAO of bijzondere procedure
- paritair beheer/toezicht
beperkingen cafetariaplan
- beperking tot voorzorg = pensioentoezegging
> 2 luiken: risicodekkingen + beleggingsvormen - pensioentechnische grens: alleen vaste bijdragen
> zelfde kostenopzet: WG stort vooraf een bepaald % van jaarloon als premie - premiebudget moet zelfde zijn voor alle aangeslotenen, maar wel modulering/differentiatie mogelijk ifv leeftijd en/of anciënniteit
- standaarddekkingen = minimale inhoud qua dekking
- gelijke behandeling: gelijke toezegging, maar verschillende individuele keuzes kunnen leiden tot verschillende types van dekkingen
- fiscale grenzen
> aftrekbaarheid premies
> verzekeringstaksen
> sociale zekerheidsbijdragen
> heffingen op uitkeringen