Basisbegrippen verzekeringen Flashcards

1
Q

mutualistisch systeem

A
  • open en bewust
  • onderlinge verzekering
  • betaling bijdrage –> fonds
  • verenigingsstructuur waarbij leden gemeenschappelijk belang hebben
  • aangeslotene heeft dubbele hoedanigheid
  • verzekeraar is GEEN derde tav gedekt risico
  • geen winstgevend doel
  • mogelijke rechtsvorm voor verzekeringsondernemingen (NIET ziekenfonds)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kapitalistisch systeem

A
  • verdoken en minder bewust
  • premieverzekering
  • betaling vaste premie
  • verzekeraar is WEL derde tav gedekt risico
    winstgevend doel
  • kapitalisatie
  • GEEN juridische band tussen verzekerden onderling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sterftetafels

A
  • VERBOD gescheiden sterftetafels voor mannen en vrouwen
  • snel (levensdekking) en traag (overlijdensdekking)
  • toegepast / ervaringstafels
  • retrospectief en prospectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vereisten verzekering

A
  • dispersie/spreiding van risico in tijd en ruimte
  • frequentie risico’s
  • homogeniteit risico
  • risicoselectie/risico-differentiatie
  • wet van grote getallen
  • herverzekering
  • preventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verzekeraar beoogt bestrijding van

A

antiselectie
- neiging tot verzekeren is grootst bij diegenen die groter risico beseffen
- grotere kans op schade –> geïnde premie is te weinig
- gescheiden snelle en trage sterftetafels + asymmetrisch risico + carenzperiode

moral hazard/moreel risico
- verzekerde handelt minder voorzichtig
- verzekerde blijft deel van risico zelf dragen
> directe methodes
> indirecte methodes
> personalisatie a posteriori

subsidie aversie
- niet goed samengestelde risicogroepen –> totaal premies is NIET voldoende om schadelast te dragen
- subsidiërende solidariteit: verzekeringnemers die in verhouding tot hun risico te veel premie betalen gaan anderen subsidiëren die te weinig betalen
- kanssolidariteit: diegenen die pech hebben kunnen genieten van de rest van de groep
- verschillende premies in verschillende groepen
- wettelijke grens contractsvrijheid verzekeraar: verplichting om minder goede risico’s een adequate en betaalbare dekking te bieden (= wetgeving gaat subsidiërende solidariteit afdwingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verschillende benaderingen gelijkheid

A

verzekeringsbenadering
- gelijkheid tussen groepen
- ongelijkheid tussen individuen

mensenrechtenbenadering
- gelijkheid tussen individuen (individueel risicoprofiel)
- ongelijkheid tussen groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

effect juridisch discriminatieverbod op verzekeringstechniek

A
  • juridisch verbod is GEEN verbod op segmentatie/differentiatie
  • verminderen van subsidiërende solidariteit is GEEN discriminatie
  • manier en criteria op basis waarvan subsidiërende solidariteit wordt verminderd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verzekeringsovereenkomst

A
  • juridische betekenis

kernelementen
- risico
- premie
- verzekerbaar belang (economisch of moreel)
- prestatie verzekeraar

andere elementen
- kanscontract/aleatoir karakter (zuiver potestatief risico is NIET verzekerbaar)
- consensuele overeenkomst
- toetredingscontract + standaardcontract
- te goeder trouw: solidariteit tussen partijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

classificaties in Deel 4 WVerz

A

aard van verzekerde gebeurtenis
- schadeverzekering = schade aan vermogen
- persoonsverzekering = aantasting leven, fysische integriteit of gezinstoestand
> levensverzekeringen + andere dan levensverzekeringen

afhankelijkheid prestatie verzekeraar van werkelijk geleden schade
- vergoeding schade = indemnitair
> schadeverzekeringen
- uitkering vast bedrag = forfaitair
> levensverzekeringen
- tussencategorie = bedongen tussen partijen
> persoonsverzekering andere dan levensverzekering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verband tussen verzekeringstechniek en verzekeringsrecht

A
  • verzekeringstechniek is GEEN wezenlijk bestanddeel van verzekeringsovk
  • verzekeringsovk: mbt individuele verhouding tssn verzekeraar en verzekeringnemer + 4 essentiële elementen
    >< verzekeringstechniek: beoogt gezonde uitoefening verzekeringsbedrijf
  • raakpunt: premie
    > essentieel element van verzekeringsovk
  • hoogte wordt bepaald door verzekeringstechniek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verzekeringsonderneming als financiële instelling

A
  • inversie productiecyclus –> reserve/provisie waaruit schadegevallen of uitkeringen betaald moeten worden
  • solvabiliteitsmarge = vermogen van verzekeringsonderneming dat niet dient ter dekking van voorzienbare verplichting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

levensverzekering

A
  • levensverzekering = verzekerd voorval is afhankelijk van menselijke levensduur
  • uitkering tot vast bedrag
  • vrije premiebetaling

classificatie
- pure verzekering bij leven (= in leven na bepaalde datum)
- pure verzekering bij overlijden (= overlijden voor bepaalde datum)
- gemengde levensverzekering (bv: overlijdensverzekering bij AP)
- invididuele levensverzekering
- collectieve levensverzekering
- groepsverzekering (= 2e pijler AP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verzekering bij overlijden

A
  • kapitaal wordt uitgekeerd bij overlijden verzekerd hoofd voor bepaalde leeftijd
  • constante/genivelleerde premie
    > begin te hoog + einde te laag
    > overschot reserve wordt gebruikt om mindere dat je hebt betaald af te dekken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verzekering bij leven

A
  • tak 21
  • kapitaal wordt uitgekeerd wanneer verzekerheid hoofd bepaalde leeftijd bereikt
  • constante premie
  • vrije premiebetaling + recht op afkoop
  • zuivere spaarpremie
    > wiskundige reserve stijgt exponentieel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

takken

A
  • tak 1: ongevallen
  • tak 2: ziekte
  • tak 18: hulpverlening
  • tak 21: levensverzekeringen NIET verbonden met beleggingsfondsen
  • tak 23: levensverzekeringen WEL verbonden met beleggingsfondsen
  • tak 44: tak 21+23: ongevallen en ziekten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly