W10+W11 Flashcards
Wat is de kern van Bayesiaans denken?
Nieuwe kennis heeft alleen betekenis in het licht van bestaande kennis.
Wanneer heeft aanvullend onderzoek zin?
Als het de pre-test informatie ermee kan veranderen.
Wanneer is er sprake van een true positive uitslag?
Bij Ziekte + en Test +
Wanneer is er sprake van een true negative uitslag?
Bij Ziekte - en Test -
Waar is de sensitiviteit gelijk aan?
Sensitiviteit = true positive ratio.
Hoeveel van de zieken heeft ook een positief resultaat?
Te berekenen door: TP/(TP + FN).
Waar is de specificiteit gelijk aan?
Specificiteit = inverse van false positive ratio.
Hoeveel van de niet-zieken hebben toch een positieve test?
Te berekenen door: TN/(FP+TN).
Wat zegt de specificiteit en de sensitiviteit over de test?
Hoe goed je met de testen de ziekte kan aantonen of uitsluiten.
(Onafhankelijk van de pre-kans).
Wat bereken je met de positive predictive probability, en hoe bereken je deze?
Wat de kans is bij een positieve test, dat de patient daadwerkelijk de ziekte heeft.
Te berekenen door: TP/(TP+FP).
Wat bereken je met de negative predictive probability, en hoe bereken je deze?
Wat de kans is bij een negatieve test, dat de patient daadwerkelijk de ziekte NIET heeft.
Te berekenen door: TN/(TN+FN).
Waardoor worden de positive/negative predictive probability door beinvloed?
Door de grootte van de pre-kans.
Wat is prevalentie?
Het aantal bestaande ziektegevallen uitgedrukt als proportie van een populatie.
Wat is de incidentie?
Het aantal nieuwe ziektegevallen.
Wat is de cumulatieve incidentie?
Het aantal nieuwe ziektegevallen gedeeld door het aantal nieuwe individuen op t=0, over een bepaald tijdsinterval.
Wat is de incidentie rate (hazard rate)?
Dit is het aantal nieuwe ziektegevallen (incidentie) gedeeld door de populatie tijd.
= Aantal nieuwe gevallen/aantal persoonsjaren.
Kan de incidentie rate groter zijn dan 1?
Ja het is een dichtheid.
Wat is een relatief risico (RR)?
De verhouding van 2 risico’s (CI).
Een waarde tussen 0 en oneindig.
Bij een RR van 1 = geen verschil tussen 2 risico’s.
Hoe bereken je het absolute verschil tussen 2 risico’s?
Door de inverse te nemen van het relatieve verschil (1/RD). Zo bereken je Number Needed to Treat.
Wat is het Number Needed to Treat?
Het aantal patienten die behandeld moet worden om 1 iemand te genezen.
Welke 2 opzetten van studies zijn er?
Observationele en experimentele.
Welke observationele studies zijn er?
Cross-sectionele studie
Cohort studie
Case-control studie
Wat wordt er in een observationele studie getoetst?
Risicofactoren
Waarnaar zoek je bij een cross-sectionele studie?
Naar de prevalentie van een ziekte.
Hoe meet je een cross-sectionele studie?
De blootstelling en de uitkomst worden tegelijkertijd, op 1 moment gemeten.
Hoe wordt een cohort studie ook wel genoemd?
Een longitudinale studie.
Waar in kun je longitudinale studies onderverdelen?
Retrospectieve en prospectieve studies.
Hoe zit een cohort-studie in elkaar?
Patienten worden over een bepaalde periode gevolgd. Eerst meet je de mate van blootstelling in een populatie, vervolgens meet je de uitkomst gedurende de follow-up.
Wat is een retro-spectieve studie?
Bij een retrospectieve studie ga je terug in de tijd, je gebruikt dan de al aanwezige data.
Nadeel: je bent afhankelijk van de data die anderen verzameld hebben.
Wat zijn algemene nadelen van een longitudinale studie?
Ze kosten veel tijd en geld.
Waarvan gaat men uit bij een case-control onderzoek?
Van een groep personen met een bepaalde ziekte of te onderzoeken uitkomst en een groep personen zonder deze eigenschappen.
Hoe wordt het relatieve risico van blootstelling uitgedrukt in een case-control onderzoek?
Als odds ratio