1A2 - W2 - HC5 Embryologie maagdarmstelsel Flashcards

1
Q

Wat heeft het spijsverteringsstelsel en de longen embryologisch met elkaar gemeen?

A

Ze ontstaan beide uit endoderm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat bevindt zich tussen het stomodeum en de farynx?

A

Het buccofarnygeaal membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe splitst de farynx zich? En wat gaat hieruit ontstaan?

A

De farynx splitst zich op in een ventrale en dorsale gedeelte.
Ventrale deel –> longen
Dorsale deel –> oesophagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit ontstaat het diafragma?

A

Uit het septum transversum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat staat in verbinding met dooierzak?

A

Het ileum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe is de rudimentaire colon opgebouwd in de embryonale fase?

A

Cecum - deel colon - rectum - cloaca (anus) - allantois

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe heet de ruimte rond het maagdarmstelsel?

A

Peritoneaalholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt de primitieve darm opgedeeld?

A
  1. Primitieve voordarm
  2. Primitieve middendarm (grenst nog aan de dooierzak)
  3. Primitieve einddarm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ontstaat de primitieve darm?

A

Door het krommingsproces wordt het endoderm getransformeerd tot een ‘buis’ = primitieve darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is verantwoordelijk voor specialisering in het mesoderm van de primitieve darm?

A

Door interactie met mesodermaal weefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat ontstaat er uit de voordarm?

A
Farynx
(bij)schildklier
longen
lever
oesofagus
thymus
maag
pancreas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat ontstaat er uit de coeloomholte (= intra-embryonaal coeloom)?

A

De buikholte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontstaat en wat is het diverticulum van Meckel?

A

Bij een persisterende dooierzaksteel blijft er een uitstulping van de middendarm (later ileum) achter die richting de umbilicus loopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan een diverticulum van Meckel leiden tot veel buikkrampen bij de pasgeborene?

A

Doordat de dooierzak gedraaid is en vastzit aan de buikwand, waardoor de darm ook dicht gedraaid is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Door welke 3 grote vaatsystemen worden de 3 delen primitieve darm van bloed voorzien?

A
  1. Voordarm: Truncus coeliacus –> maag, lever, duodenum en milt.
  2. Middendarm: Arteria mesenterica superior –> dunnen darm, deel colon.
  3. Einddarm: Arteria mesenterica inferior –> deel colon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat ontstaat er uit en rond de allantois?

A

Blaas en urethra.

Rond de allantois ontstaan er geslachtscellen.

17
Q

Welke functie heeft de allantois bij vogels?

A

Zorgt voor gasuitwisseling en opslaan van afvalstoffen.

18
Q

Hoe ontstaat het rectum en de blaas met urethra?

A

De cloaca wordt opgesplitst door het septum urorectale –> rectum en de blaas met urethra.

19
Q

Wat voor afwijking ontstaat er door een verstoorde ontwikkeling aan het cloacale membraan en het septum urorectale?

A

Tot afwijkingen van het rectum en anus:

  • Persisterende anale membraan
  • recto-urethraal fistel
20
Q

Wat is de uraches en tot wat vormt het zich?

A

De uraches, ontstaan uit de allantois, is een buis die van de blaas naar de navel loopt. In een volgroeid lichaam vormt het een ligament in de buikwand, het ligamentum umbilicalis medianis.

21
Q

Wat ontstaat uit de middendarm?

A
Jejunum
Ileum
caecum
colon ascendens
colon transversus
22
Q

Met wat en waar zit de middendarm vast?

A

De middendarm zit aan de dorsale kant vast met het dorsale mesenterium.

23
Q

Waneer kan er omfalocele ontstaan?

A

Wanneer een deel van de dunne darm en het colon in de navelstreng zit en het vanaf de 8e week niet terug de buik ingaat.

24
Q

Welke abdominale structuren zijn secundair retroperitonaal?

A
Duodenum
Colon ascendens
Colon descendens
Rectum
Pancreas
25
Q

Welk ligament bevindt zich tussen de lever en de buikwand?

A

Lig. Falciforme

26
Q

Welke 2 mesogastria zijn er? Waar bevinden deze zich?

A

Dorsale mesogastrium
- Loopt vanaf de maag

Ventrale mesogastrium
- Tussen maag en lever

27
Q

Hoe ontstaat de bursa omentalis?

A

Tijdens de ontwikkeling draait de lever naar rechts en de maag naar links –> de rechter buikholte wordt naar achter gedrukt door de lever –> ontstaan bursa omentalis

28
Q

Hoe ontstaat het omentum minus?

A

Tijdens de draaiing van de maag wordt het ventrale mesogastrium het omentum minus.

29
Q

Hoe ontstaat het omentum majus?

A

Uit een deel van het dorsale gastrium

30
Q

Met wat vergroeit het omentum majus?

A

Het momentum majus vergroeit met het dorsaal mesenterium van colon transversum.

31
Q

Hoe ontstaat de pancreas?

A

De ontwikkeling van de pancreas begint met 2
afzonderlijke delen.

  1. Dorsale pancreas ontstaat heeft zijn eigen uitgang naar het duodenum.
  2. Ventrale pancreas ontstaat in nauwe samenhang met de ductus hepaticus.

Deze uitgangen fuseren met elkaar.

32
Q

Hoe wordt de specialisatie van het endoderm gecoördineerd?

A
  1. Door signaalmoleculen van omliggende weefsels

2. Door combinaties van HOX-gen expressies.

33
Q

Hoe gaat de ontwikkeling van de longen?

A
  1. Uit een uitstulping van de voordarm ontstaat de trachea en longen.
  2. Ontwikkeling van de longen begint met een dichotome vertakking van het longknopjes
  3. Uit deze vertakking ontstaat de 2 hoofdbronchiën: bronchitis principalis.
  4. Er volgt steeds een opeenvolging van dichotome vertakkingen.