Vraag 41 t/m 45 Flashcards
Hyperthermie
Hyperthermie is een verhoogde lichaamstemperatuur, eventueel in combinatie met dehydratie. Het lichaam zal in deze situatie sterk zweten, waaardoor veel water en zout wordt verloren en dehydratie kan ontstaan
De risico’s van een ernstige hyperthermie zijn orgaan beschadiging en afname van orgaan functies, waaronder afname van hersenfunctie en hemodynamische instabiliteit: hypotensie, hypovolemische shock en zelfs circulatiestilstand door afname van het extracellulair volume
Hyperthermie verloopt in de volgende 3 fasen: 1. hittekramp, 2. hittestuwing en hitte-uitputting en 3. hitteberoerte
Hittekramp
Hittekramp is kramp in de spieren, vaak van de benen en mogelijk van de armen, buik en rug, door het water en zout gebrek in de spieren.
De symptomen van een hittekramp zijn: spierkrampen, onwel bevinden, misselijkheid, duizeligheid en hyperventilatie
De eerste hulp die behoort te worden gegeven is: water en zout aanvullen en de spieren van het slachtoffer een beetje bewegen en oprekken
Hittestuwing en hitte-uitputting
Hittestuwing en hitte-uitputting zijn dezelfde gradatie van hyperthermie, maar uiten zich anders
De symptomen van een hittestuwing zijn: warme, rode huid, aanwezigheid van transpiratie maar mogelijk afgenomen, hoofdpijn, misselijkheid en braken, vermoeidheid en versnelde hartslag
De symptomen van een hitte-uitputting zijn klamme huid, griepachtig beeld, flauwte, dorst, misselijkheid en braken, vermoeidheid en versnelde hartslag
De eerste hulp die behoort te worden gegeven is: het slachtoffer ontdoen van warme kleding, water en zout aanvullen, vitale functies controleren middels de ABCDE, het slachtoffer koelen en overplaatsing naar ziekenhuis als het slachtoffer niet snel herstelt
Hitteberoerte
Een hitteberoerte wordt gedefinieerd als een lichaamstemperatuur toegenomen tot boven de 40 graden en een verstoring van de hersenfunctie
Er zijn twee typen hitteberoerte: klassieke hitteberoerte (ontstaat bij hogere omgevingstemperatuur door een afgenomen werking van thermoregulatie) en exertionele hitteberoerte (ontstaat door zware inspanning)
De symptomen van een hitteberoerte zijn: zowel een warme, rode, droge huis als een koude, bleke huid zijn mogelijk, afwezigheid van transpiratie, afgenomen bewustzijn, verwardheid, epileptisch insult, versnelde ademhaling, versnelde hartslag
De eerste hulp die behoort te worden gegeven is: vitale functies controleren middels ABCDE, het slachtoffer sterk koelen, het slachtoffer niet laten drinken en overplaatsing naar het ziekenhuis
Allergische reactie
Bij een allergische reactie treedt er een afweerreactie van het lichaam op, nadat het lichaam in contact is gekomen met een allergeen. Een allergeen is een stof die het lichaam normaal gesproken tolereert, maar bij iemand die allergisch is, is hier geen sprake meer van.
Bij een allergische reactie gaan mestcellen veel histamine produceren. Histamine is de stof die verantwoordelijk is voor symptomen bij een allergische reactie.
Een allergische reactie kan ingedeeld worden in twee categorieën: een ernstige allergische reactie en een niet ernstige allergische reactie. Een niet ernstige allergische reactie manifesteert zich alleen op de plek waar het allergeen met het lichaam in contact is gekomen. Een ernstige allergische reactie manifesteert zich systemisch
Symptomen die voor kunnen komen bij zowel een ernstige als niet-ernstige allergische reactie
Roodheid
Een warme huid
Dikke oogleden
Hoesten en niezen
Tranende ogen
Zwelling van de huid
Jeuk
Galbulten
Een pijnlijke huid
Bij een niet-ernstige allergische reactie manifesteren deze symptomen zich alleen op de plek van contact met het allergeen. Bij een ernstige allergische reactie kunnen deze symptomen zich over het gehele lichaam uiten
Symptomen die enkel bij een ernstige allergische reactie voorkomen
Tachypneu
Tachycardie, vaak samen met een zwakke pols
Zwelling van de tong en slijmvliezen in mond, keel en neus
Benauwdheid
Piepende ademhaling of stridor
Duizeligheid
Pijn op de borst
Bewustzijnsdaling
Misselijkheid en braken
Buikpijn
Anafylactische shock
Een ernstige allergische reactie kan overgaan in een anafylactische reactie. Wanneer dit overgaat in anafylactische shock, is het potentieel levensbedreigend. Bij een anafylactische shock zwellen de slijmvliezen in mond, keel en neus dermate op dat ademhalen lastig wordt
Bij een anafylactische shock moet er zo snel mogelijk een EpiPen gebruikt worden. Een EpiPen bevat adrenaline
Geneesmiddelen die kunnen zorgen voor gewichtstoename
Psychofarmaca (antidepressiva, antipsychotica en lithium)
Anti-epileptica
Anti-diabetica
Geslachtshormonen
Familaire hypercholesterolemie
FH is een co-dominante genetische aandoening die meestal ontstaat door een mutatie in het gen van de LDL receptor. Met als gevolg gevolg een verhoogde plasma cholesterolspiegel. Dit resulteert in een sterk verhoogd risico op atherosclerotische hart- en vaatziekten.
Homozygote individuen presenteren zich met ernstige premature HVZ en worden vaak niet ouder dan 20. Heterozygote individuen presenteren ook met premature HVZ
Patiënten vertonen bij lichamelijk onderzoek mogelijk: xanthomen, arcus lipoides en xanthelasmata
Initiële behandeling wordt vaak gedaan met een hoge dosis statine (atorvastatine of rosuvastatine)
Atorvastatine
Atorvastatine is een statine (cholesterolsyntheseremmer). Atorvastatine werkt door HMG-CoA-reductase competitief te remmen. Dit zorgt voor een afname van de endogene cholesterolsynthese in de hepatocyt. Een gevolg hiervan is de verhoogde expressieve van LDL-receptoren in de lever. Hierdoor kan meer LDL opgenomen worden, wat ervoor zorgt dat de plasma cholesterolspiegel daalt
Bariatrische chirurgie
De Roux-en-Y-bypass is de meest effectieve vorm van bariatrische chirurgie bij diabetes type 2. Hierbij wordt er na de oesophageus een pouch gevormd en aangesloten op de dunne darm, waarmee de maag en het duodenum worden gepasseerd. De verteringssappen uit deze organen vermengen zich dan pas in de dunne darm met de voeding. Deze bypass leidt tot een toename in GLP1 en insuline en een afname in de calorie-intake. Een RNY heeft bij patiënten met diabetes type 2 vrijwel direct effect op het insulinegehalte.