Vraag 31 t/m 40 Flashcards
Farmacokinetiek
Absorptie
Distributie
Metabolisme
Eliminatie
Absorptie bij ouderen
Geen grote verandering
Er kunnen slikproblemen zijn vanwege verminderde slokdarmmotiliteit. Daarnaast is de absorptie afhankelijk van molecuulgrootte, vetoplosbaarheid, pKa, pH, motiliteit van het maag-darm kanaal en de grootte van het darmoppervlak.
Distributie bij ouderen
De lichaamssamenstelling is veranderd (meer vet, minder lichaamswater). Lipofiele stoffen hebben dus een groter verdelingsvolume. De bloedconcentratie kan wat lager zijn. Ook zien we dat de plasma albumineconcentratie licht daalt bij het ouder worden. Dit verhoogt de vrije fractie.
Metabolisme bij ouderen
Het levervolume en de -doorbloeding nemen af met de leeftijd. De hepatische klaring neemt dus af. Er is vooral afname van fase I metabolisme en weinig veranderingen in fase II metabolisme
Eliminatie bij ouderen
De nierfunctie en doorbloeding verminderen met leeftijd. De renale klaring daalt hierdoor. De plasma renineconcentratie daalt met het ouder worden. De aldosteronsecretie daalt hierdoor. Dit geeft een risico op hyperkaliëmie
Steady-state concentratie
De steady-state concentratie is afhankelijk van de dosis, het verdelingsvolume, de halfwaarde tijd en het doseringsinterval.
De Css kan verschillen bij ouderen ten opzichte van de populatie waarop het geneesmiddel getest is. De dosis moet daarom mogelijk aangepast worden, vooral bij geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte
Een hogere Css leidt tot krachtigere (bij)werkingen. Ook is er een grotere kans op interacties met andere geneesmiddelen
Acromegalie
Door de overmatige productie van groeihormoon kan acromegalie ontstaan. Deze overmatige productie ontstaat meestal door een hypofyse adenoom. Als de acromegalie al voor de puberteit aanwezig is, kan dat gigantisme veroorzaken.
De klachten van acromegalie zijn hoofdpijn, wxcessief transpireren, moeheid, gewrichtsklachten, tintelingen, carpaal tunnel syndroom en opgezwollen lichaamsdelen
Voor de diagnose wordt de IGF-1 gemeten of er wordt een oGTT uitgevoerd en de GH tegelijk te meten
Als behandeling worden somatostatine analogen (SMSA) of pegvisomant (PegV) gebruikt
Hypothyreoïdie
Bij hypothyreïdie is er sprake van een tekort aan schildklierhormoon. Het kan ontstaan door jodiumdeficiëntie, waarbij er te weinig bouwstoffen zijn om T4 te maken
Primaire hypothyreoïdie kan congenitaal zijn, verworven (thyreoïdites, Hashimoto) of iatrogeen verworven (radiotherapie, chirurgie). Bij secundaire hypothyreoïdie ligt de oorzaak in de hypofyse
Bij de ziekte van Hashimoto worden inhiberende antistoffen tegen thyreoglobuline, TPO en TSH-R geproduceerd
Symptomen zijn: koude intolerantie, moeheid, zwakte, dyspnoe d’effort, gelaats- en oogleden oedeem, myxoedeem, gewichtstoename, cogntieve achteruitgang, depressieve klachten, geheugenstoornis, koude droge huid, heesheid, spierpijn, tintelingen, langzame pols, hese lage stem, trage spraak en obstipatie
Diagnose bestaat uit TSH, FT4 en antistoffen meten
De behandeling is een levenslang, dagelijkse dosis synthetische schildklierhormoon: levothyroxine
Lactose intolerantie
Een lactose-intolerantie wordt gekenmerkt door klachten als buikpijn, flatulentie, stinkende ontlasting, een opgeblazen gevoel en misselijkheid
De diagnose wordt gesteld door middel van een H2-ademtest
De behandeling bestaat uit verminderde opname van lactose-houdende middelen en vaak is volledige abstinentie niet nodig
Gastro-oesofageale refluxziekte
Gastro-oesofageale is een fysiologisch verschijnsel. Er is echter sprake van een gastro-oesofageale refluxziekte indrien dit hinderlijke symptomen en/of mucosale schade veroorzaakt.
Klachten zijn zuurbranden, regurgitatie, dysfagie, pijn in de regio epigastrio en dyspnoe
Reflux gerelateerde endoscopische afwijkingen zijn oesofagitis, Barret epitheel en slokdarmcarcinoom
Risicofactoren zijn onder andere een hiatus hernia, overgewicht en roken
Diagnose bestaat uit anamnese, oesofagiale pH-metrie, endoscopie en manometrie
Behandeling bestaat uit leefstijlregels, medicamenteuze therapie (protonpompremmers, antacida, histamine-2-receptor antagonisten) en antirefluxchirurgie
Maagcarcinoom
Risicofactoren voor een maagcarcinoom zijn leeftijd en geslacht (man)
Het begin van een maagcarcinoom geeft vaak weinig tot geen klachten. Op den duur kunnen klachten als een verminderde eetlust, gewichtsverlies, maagbloedingen, misselijkheid, braken en dysfagie
De diagnose wordt gesteld op basis van een gastroscopie met biopten
Behandeling is het operatief verwijderen van de tumor
Hyperthyreoïdie
Hyperthyreoïdie wordt gediagnosticeerd door het meten van TSH en vrij T4. Bij thyreoïditis zijn daarnaast CRP en de bezinkingssnelheid verhoogd.
De behandeling bestaat uit het gebruik van thyreostatica zoals strumazol of PTU, die de productie van T4 remmen. Symptomen behandeld met bèta-blokkers en kaliumjodide. Voor resistente gevallen kunnen radioactief jodium of chirurgie nodig zijn
Hepatitis
Hepatitis is een leverontsteking door auto-immuunreacties, leververvetting, alcohol, medicatie of virussen
De ontsteking veroorzaakt levercelverlies, waardoor de lever bilirubine niet goed kan conjugeren. Dit leidt tot spierpijn, misselijkheid, verminderde eetlust, malaise, buikpijn, donkere urine, ontkleurde ontlasting, pruritis, vermoeidheid, icterus en koorts
Leverschade wordt bepaald door bloedonderzoek naar ASAT, ALAT, GGT en totaal bilirubine
Behandeling hangt af van de oorzaak: acute virale hepatitis geneest vanzelf, auto-immuun hepatitis wordt behandeld met immunosuppressiva en beginnende alcoholische hepatitis verbetert door alcoholstop
Longcarcinoom
Longcarcinoom komt vooral voor bij mannen en bijna noot bij mensen onder 45 jaar
Een belangrijke risicofactor is roken
Symptomen zijn dyspneu, hoesten, vermoeidheid, weinig eetlust, gewichtsverlies, nachtelijk zweten en hardnekkige pneumonie
Onderzoek kan bestaan uit een X-thorax of CT-thorax. Minder dan een kwart van de longtumoren is operabel
Acute alcohol intoxicatie
Symptomen: een patiënt kan in de 1e fase ontremd en agressief gedrag vertonen en kan in de 2e fase afnamen van het bewustzijn, sufheid en verwardheid vertonen
Tekenen: ketoacidose, lactaatacidosem hypoglycemie, hypertriglyceridemie, elektrolytstoornissen, type 2 respiratoire insufficiëntie, respiratoire acidose, hypothermie
Complicaties: coma, aspiratie pneumonie, hartritmestoornissen, ventriculaire fibrillatie