voortplanting Flashcards
bouw en functie v/d geslachtsorganen (vrouw)
- organen om zygote laten innestelen, embryo tot kind (9 maanden) laten ontwikkelen en later geboren
- elke maand: rijpen eicellen in 2 eierstokken die via eileider kunnen bevrucht worden, is er een groeiende baarmoederslijmvlieslaag = voor innesteling en ontwikkeling van kind
(schema/foto bekijken)
bouw en functie v/d geslachtsorganen (man)
- organen om sperma, uit vocht v. prostaat, zaadblaasjes & zaadcellen uit teelballen in vagina te brengen
- ontwikkeling v. zaadcellen in teelballen v. balzak -> hangt buiten lichaam voor iets lagere temperatuur
- Cowper klier = slijmklier -> urine uit urineleider verwijderen & dienen als glijmiddel (geproduceerd als geil)
- Voorvocht v. die klier -> ook groot deel zaadcellen (minder dan 200 milj bij zaadlozing), kans op zwangerschap
Spermatogenese
vorming v. mannelijke gameten: spermacellen
- Productie v. geslachtscellen begint in tubuli, in testikels -> daarin onrijpe kiemcellen/spermatogonia die continu delen door mitose (zodat groot aantal blijft bestaan)
- Sommige spermatogonia stoppen met produceren = primaire spermatocyten -> proces van meiose beginnen om een paar secundaire spermatocyten te produceren met volledige chromosoomlading
- De laatsten vervolgen 2e fase v. meiose -> 4 spermatiden met helft van chromosomen (haploïde)
- Later: morfologische (uiterlijke) veranderingen -> sperma in bijbal
-> in dit kanaal rijping v. klare gameten om genen v. persoon over te brengen
Proces v. spermatogenese hangt af van hormonale & genetische regulatie
- Hypothalamus maak hormoon GnRH -> zetten hyposfyse aan om hormonen FSH en LH te laten vrijkomen
- LH stimuleert cellen van Leydig in tubuli om Testosteron aan te maken
- FSH stimuleert cellen van Sertoli tot inhibine voor zaadproductie
oögenese
= vorming & rijping van vrouwelijke gameten: eicellen
- al voor geboorte vormen stamcellen door mitotische delingen oöcyten -> 2 milj primaire oöcyten/eicellen
- na mitose start meiose I -> blijft in profase (75% v. eicellen gaat verloren, half milj blijft vlak voor puberteit over)
- in puberteit -> meiose I voltooid -> secundaire oöcyt
- tussen puberteit en menopauze maandelijks in eierstok secundaire oöcyt gevormd
oögenese levert 1 secundaire eicel vanuit 1 primaire (i.p.v. 4 bij sperma), eicel is nog niet volledig rijp bij ovulatie -> zit nog maar in metafase van meiose II -> tweede meiotische deling v. eicel is pas na bevruchting met zaadcel afgerond
hormonen tijdens de geneses
schema bekijken
de menstruatiecyclus
functie = verwijderen v/d slijmlaag in baarmoeder als er geen bevruchting was
in het kort:
- duurt gem. 28 dagen (dikte van baarmoederslijmvlies verandert continu)
- begint bij menstruatie, dikte v. slijmvlies neemt in 5tal dagen sterk af (daarna wordt het terug opgebouwd)
- gem. 14 dagen na begin van menstruatie -> ovulatie (geen bevruchting -> cyclus eindigt na totaal ca. 28 dagen)
via hormonen:
- FSH: begin menstruatie -> hypofyse geeft meer FSH af -> concentratie stijgt in 1e week van cyclus tot max
- komt bij eierstokken terecht -> zet rijping v. aantal follikels in gang -> zorgt ook dat rijpende follikels meer oestrogeen produceren
oestrogeen: stijgt gedurende 1e helft van cyclus zodat baarmoederslijmvlies terug wordt opgebouwd, piek in oestrogeenconcentratie zorgt dat hypofyse meer LH aanmaakt, daalt sterk vlak voor ovulatie
LH: piekt rond 14e dag -> meest gerijpte follikel neemt vocht op -> zwelt op en barst = eisprong, daalt na ovulatie weer helemaal
Zorgt ook dat restant v/h follikel in eierstok zicht ontwikkelt tot gele lichaam
-> dat produceert oestrogeen & progesteron -> die hormonen bouwen baarmoederslijmvlies verder op, progesteron zorgt ook dat slijmvlies in stand gehouden wordt en remt productie v. LH en FSH door hypofyse
Wat daarna gebeurt = afhankelijk: bevrucht / niet wel….
-> zygote klievingsdelingen (aantal cellen neemt toe, volume niet) & trofoblast (stadium v. zygote) produceert HCG
HCG en progesteron:
HCG stijgt enorm -> van levensbelang voor zygote want houdt gele lichaam in stand -> progesteron blijft geproduceerd worden -> baarmoederslijmvlies wordt dan niet afgebroken
(2 weken na bevruchting -> HCG zo hoog -> detecteerbaar in urine met zwangerschapstest)
Na 3 maanden neemt moederkoek/placenta functie van gele lichaam over
Geen bevruchting -> na 24 u zal eicel afsterven, HCG wordt via nieren verwijdert -> gele lichaam verschrompelt -> slijmvlies zal worden uitgedreven -> cyclus begint weer van voor af aan
De bevruchting:
mogelijk paar dagen rond ovulatie
wedstrijd v/d zaadcellen
- zaadcellen zwemmen met flagel in vagina door baarmoeder (slijm v. baarmoederhals vergemakkelijkt dit)
- 1% dringt baarmoederholte binnen en zwemmen tot aan eileiders
- 1 zaadcel kan buitenste membraan breken en dringt binnen, daarna wordt doorgang volledig gesloten
- Bevruchting vindt plaats
kans op jongen/meisje
- Y-dragende zaadcellen = man -> zwemmen sneller -> meer kans op jongen op dag van ovulatie
- X-dragende zaadcellen = vrouw -> leven langer -> meer kans op meisje 1-3 dagen voor ovulatie
afdalen v/d eicel
- paar uur na bevruchting -> samensmelting chromosomen v/d 2 voortplantingscellen = de zygote genoemd
- afdaling begint via eileider waar die wordt gevoed = 3 a 4 dagen -> klievingsdelingen -> lijkt op moerbei; de morula genoemd = 16 tot 32 diploide identieke cellen omgeven door beschermvlies = de glashuid, binnenste cellen = blastomeren, buitenste= trofoblast
- 5 dagen na bevruchting -> aankomst in baarmoeder -> holte in morula ontstaat = de blastcoel
-> de blastula genoemd: bestaande uit 3 soorten cellen:
blastocyst, embryoblast en eromheen trofoblast (wordt later de placenta)
de innesteling
- hormonale evenwicht is na bevruchting verandert -> in eierstok blijft gele lichaam, vroeger ovariële follikel, progesteron afscheiden -> verrijkt o.a. baarmoederslijmvlies
- na 5 dagen zal blastula zicht innestelen in baarmoederslijmwand -> de embryo zal eerst kleine opening in glashuid maken & erdoor heen gaan = hatching -> gehatchte blastocyst = klaar voor innesteling
- bevruchte eicel zal HCG produceren om gele lichaam werkend te houden tijdens 1e maanden
de organogenese
- laatste stadium = gastrula -> gastrulatie gebeurt (later organen gevormd hieruit) = 2 niet gelijke kiemlagen: ecto- en endoderm met 3e kiemlaag ertussen: mendoderm
- ectoderm: hersenen, zenuwstelsel, zintuigen + opperhuid
- mesoderm: wervelkolom, bloedvatenstelsel, spierstelsel, skelet & voortplantingsstelsel…
- endoderm: spijsverteringsstelsel & ademhalingsstelsel
- na 5 weken verschijnen er kieuwspleten ter hoogte v. hals (sommige dieren -> kieuwen, bij mensen verdwijnen ze want zuurstof via placenta)
- embryonale holte = amnionholte -> zal hele embryo omgeven & vruchtwaterzak vormen ter bescherming
- placenta/moederkoek = versmelting v.. baarmoederslijmwand & embryo -> zorgt voor voeding v. embryo
- navelstreng = 1 aanvoerende, 2 afvoerende bloedvaten -> voeding & zuurstof v. bloedsomloop v. moeder van placenta via navelstreng naar embryo en omgekeerd bij afval & CO2 (bloedvaten v. moeder & foetus nooit rechstreeks in contact -> maar uitwisseling via diffusie)
structuuraanpassingen v/h vrouwelijk voortplantingsorgaan voor de bevruchting
- franjes aan rand v/d eileidertrechter -> eicel opvangen bij eisprong
- kliercellen aan binnenkant v/d eileider -> vochtproductie -> vloeistofstroom richting de baarmoeder -> eicel kan makkelijker verplaatsen
- vaginale flora met veel melkzuurbacteriën -> bescherming tegen infecties
- rijkelijk doorbloed baarmoederslijmvlies -> aanvoeren v. hormonen & voedingsstoffen
tweelingen (eeneiige / monozygote)
bevruchting van 1 eicel door 1 zaadcel, waarna eicel zich in 2 identieke delen
splitst -> genetisch identiek, zelfde biologische geslacht
splitsing kan op verschillende momenten gebeuren:
1 – 3 dagen na bevruchting -> ontwikkeling gebeurt dan in 2 aparte vruchtzakken
4 – 8 dagen of heel soms na 8e dag -> ontwikkeling in 1 vruchtzak met gemeenschappelijke buitenste vlies maar ook 2 aparte vliezen
Eeneiige lopen meer risico’s -> wisselen elkaars bloed uit via vaatverbindingen -> normaal in balans, soms niet (1 kind heel rood, ander heel bleek) -> kans op sterfte
tweeling (Twee-eiige / dizygote)
bevruchting v. 2 eicellen door 2 zaadcellen (verschillen genetisch evenveel als normale broers/zussen)
Risico’s na bevruchting
Miskraam = spontane zwangerschapsonderbreking (tijdens eerste 6 maanden, daarna foetus = levensvatbaar -> naam is dan foetale sterfte)
Meestal te wijten aan chromosoomafwijking, zeldzamer = afwijking v. baarmoeder / infectieziekte
Risicofactoren: leeftijd, gebruik v. medicatie, blootstelling aan chemische producten/straling, tabaksrook, zware emotionele schok, langdurige stress, alcoholgebruik, in-vitrofertilisatie, bepaalde onderzoeken (Bv. vruchtwaterpunctie/ biopsie v/d placenta)….
Risico’s voor kind:
- Ondervoeding -> te laag geboortegewicht v/d baby
- Geslachtsziekte syfilis -> kind kan blind geboren worden
- Alcohol/roken -> grotere kans op kanker & aandachtstoornissen
- Moeder + 35 jaar -> grotere kans syndroom v. Down
IVF (in-vitrofertilisatie)
kunstmatige voortplanting -> bevruchting buiten baarmoeder
-> eicel en spermacel in proefbuisje samengebracht -> gevormde embryo wordt in baarmoeder geplaatst
Intra uterine inseminatie
begeleide voortplanting -> vooraf staal spermacellen (van partner/ van spermabank) geselecteerd en in baarmoeder gebracht
IVM (In-vitromaturatie)
kunstmatige voortplanting -> punctie van kleine follikels in de eierstokken (‘’onrijpe eicellen oogsten”) -> 1 a 2 dagen uitrijpen in labo -> eicellen bevrucht worden met sperma (van partner/donor)
De hormonale pil
elke dag op vast tijdstip pil nemen gedurende 21 dagen, dan stopweek met menstruatie (7 dagen) -> meeste pillen zijn één-fasepillen met dezelfde samenstelling, 2- en 3-fasepillen hebben 2/3 verschillende samenstellingen
Anticonceptiepleister
constante hoeveelheid hormonen, 1 pleister per week & na 3 weken stopweek
Hormonaal implantaat
staafje onder huid dat constante hoeveelheid progesteron afgeeft, mag 3 jaar blijven zitten
De vaginale anticonceptiering
ring die gemakkelijk inbrengbaar & verwijderbaar is in schede, geeft constante hoeveelheid hormonen af, seks mag met/zonder ring (ring mag max 3 u uit schede)