Voorbeeld examen vragen SW Flashcards
Vraag 1 (6 punten)
De detailhandel voegt een extra kanaal toe aan de goederenstroom, met als taak extra functies te vervullen. Eén van die functies is vraag creëren. Leg in eigen woorden duidelijk uit hoe dit zich manifesteert.
Vraag 2 (4 punten)
Leg het begrip USP uit. Waarom is dit belangrijk in de huidige context van de retailer.
Vraag 3 (6 punten)
De producent kan verschillende vormen van relatie aangaan met de detailhandel. Benoem deze verschillende types van relatie, leg uit en geef bij iedere vorm een voordeel voor de detailhandelaar of de producent.
Vraag 4 (4 punten)
Wat zijn harde en zachte doelstellingen binnen een strategie. Illustreer met een voorbeeld.
Vraag 5 (6 punten)
Noem en bespreek 3 willekeurige stappen die je moet zetten bij het opstellen van een strategisch plan. Zet ze ook in de juiste volgorde.
Vraag 6 (4 punten)
Welke stelling is niet waar? Omcirkel de juiste letter en leg onder de stellingen uit waarom de omcirkelde stelling niet waar is.
A. Een franchisenemer is diegene die de winkel uitbaat. De franchisegever is de bedenker van het concept.
B. De franchisenemer kan marketinguitingen gebruiken van de franchisegever.
C. Bij een franchise moet de franchisenemer zich houden aan de strikte voorwaarden.
D. De franchisegever heeft de volledige controle over het proces.
Vraag 7 (4 punten)
Leg uit: Schoenen kopen is voor Bert fun shopping maar voor Els run shopping.
Vraag 8 (2 punten)
Wat is een preference good?
Vraag 9 (4 punten)
De traiteur heeft een eng maar diep assortiment. Leg uit. (4 punten)
Vraag 10 (6 punten)
In de laatste decennia is er veel veranderd voor de detailhandel. We zijn van een good producing proces naar een good purchasing proces geëvolueerd. Wat bedoelen we hiermee en wat betekent dit voor de detailhandel.
Vraag 11 (2 punten)
We hebben verschillende redenen om al dan niet on- of offline aan te kopen. Geef 2 redenen waarom we liever voor online kiezen.
Vraag 12 (4 punten)
Ik heb een bloemenzaak en verkoop per maand 100 boeketten van 30 euro. Mijn huur bedraagt 400 euro per maand. De gemiddelde aankoop van een boeket is 10 euro. Mijn verpakkingskost per boeket is 2,5 euro.
* Hoeveel bedraagt mijn marge?
* Hoeveel winst of verlies heb ik op een jaar tijd?
Vraag 13 (2 punten)
Leg het begrip omnichannel retailing uit.
Vraag 14 (6 punten)
Winstoptimalisatie kan door het verlagen van de kosten. Leg de drie strategische mogelijkheden uit.