Volatiele Anesthetica Flashcards

1
Q

Van wat hangt de bloeddrukdaling af?

A

Concentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lachgas heeft wel effect op het sympatisch zenuwstelsel?

A

Activatie

Behoud van SVR en BD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cerebrale effecten

A
  • Cerebrale vasodilatatie: toename van de cerebrale bloedflow
  • Daling van cerebraal zuurstofverbruik

CONTRA-geïndicieerd bij intracraniële overdruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Respiratoire effecten

A
  • Afname van getij- en minuutvolume
  • Toename AF en pCO2: oppervlakkig ademen
  • Afname CO2 gevoeligheid en respons op hypoxie
  • Directe bronchodilatatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Neuromusculaire effecten

A
  • Skeletspier relaxerend effect
  • Verlengen effect van NMB
  • Alle potente volatiele anesthetica zijn een trigger voor maligne hyperthermie: te mijden en anesthesie machine spoelen met zuurstof
  • Lachgas is een zwakke trigger van MH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly