Acute Stress Respons Flashcards

1
Q

Neuronale - hormonale reactie

A
  1. Secretie van hypofysaire en bijnierhormonen
  2. Activatie van het orthosympathisch zenuwstelsel - hypertensie en vasoconstrictie
  3. Verhoogd katabolisme voor voldoende energie
  4. Veralgemeende water- en zoutretentie - intravasculaire volume en cardiovasculaire homeostase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Humoraal gemedieerde reactie

A
  • Immunomodulatie
  • Hypercoagulabiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Activatie van het sympathisch zenuwstelsel

A
  • Toename hartritme en contractiliteit
  • Redistributie van bloedflow naar essentiële organen ( perifere vasoconstrictie is daarvoor nodig)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hypofysaire hormonen ( gestegen - gedaald - onveranderd)

A

GESTEGEN

  • Groeihormoon
  • ACTH
  • beta-endorphin
  • Prolactine
  • Anti-diuretisch hormoon

ONVERANDERD

  • TSH
  • LH
  • FSH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bijnier hormonen (gestegen - gedaald - onveranderd)

A

GESTEGEN

  • Catecholamines
  • Cortisol
  • Aldosterone
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pancreas hormonen ( gestegen - onveranderd - gedaald)

A

GESTEGEN:

  • Glucagon

GEDAALD:

  • Insuline + resistentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Renine (gestegen - gedaald -onveranderd)

A

Gestegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Testosterone (gestegen - gedaald -onveranderd)

A

Gedaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oestrogeen (gestegen - gedaald -onveranderd)

A

Gedaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tri-iodothyronine (gestegen - gedaald - onveranderd)

A

Gedaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Effect van groeihormoon

A
  • Stimulatie eiwitsynthese, lipolyse, glycogenolyse
  • Inhibitie proteolyse
  • Anti-insuline effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Effect van ADH en renine

A
  • Goede retentie van water en zout
  • Vasoconstrictie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Effect van glucocorticoïden (cortisol)

A
  • Proteolyse
  • Gluconeogenese
  • Lipolyse
  • Uitgesproken anti-inflammatoir effect (onderdrukking van het immuunsysteem)
  • Inhibeert de accumulatie van macrofagen en neutrofielen
  • Verhindert de productie van prostaglandines
  • Minder cellulaire glucose opname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Effect van de catecholamines

A
  • Versterken de effecten van de directe orthosympatische activiteit
  • Gluconeogenese
  • Glycogenolyse
  • Minder perifeer glucoseverbruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Effect van insuline

A

=> gedaalde secretie

  • Verhoogde glucosespiegels (minder glucose opname, minder van glucose naar glycogeen)
  • Meer katabolisme en lipolyse
  • Perifere insulineresistentie: cellen zijn minder gevoelig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Effect van glucagon

A

=> verhoogde productie

  • lipolyse
  • gluconeogenese
  • glycogenolyse
17
Q

Koolhydraten tijdens de stress respons

A

=> ontstaan van hyperglycemie

  • Meer glucose aanmaak door cortisol en catecholamines
  • Relatief tekort aan insuline
  • Perifere insulineresistentie
    CAVE diabetici
18
Q

Eiwitten tijdens de stress respons

A

=> proteïne afbraak voor energie, acute fase proteinen, glucose en vetten

  • Verlies aan spiermassa
  • Meetbaar via urinaire stikstof excretie
19
Q

Vetten tijdens de stress respons

A

=> vetafbraak naar glycerol + vetzuren

  • Glycerol —> glucose
  • Vetzuren —> ketonen
20
Q

Immunologische stress respons

A
  • Verhoogde productie in geactiveerde leukocyten, fibroblasten en endotheel van zowel pro- als anti-inflammatoire cytokines
  • IL-1 en TNFalfa => productie van IL-6
  • IL-6 voor acute fase reactie
    —> koorst
    —> granulocytose: neutrofiele granulocyten
    —> CRP, fibrinogeen, alfa2-macroglobuline
    —> Secretie ACTH vanuit hypofyse
21
Q

Klinische effecten van de immunologische stress respons

A
  • Lymfocytopenie
  • Inhibitie van macrofagen
  • Leucocytose
  • Inhibitie van Natural Killer - T cellen met wondinfecties, vertraagde wondheling en uitzaaiing van tumorcellen
22
Q

Hematologische stress respons

A
  • Gestegen concentraties aan plasma stollingsfactoren
  • Gedaalde concentraties aan plasma stollingsinhibitoren
  • Verhoogde plaatjesactiviteit
  • Inhibitie van de fibrinolyse

=> postoperatieve immobilisatie
=> risico op DVT en trombusformatie

23
Q

Pyschologische en gedragsverandering

A

Vermoeidheid, spierzwakte en bedlegerig

24
Q

Respiratoir effect

A

Ademhalingsfrequentie is toegenomen

25
Q

Effect op de darmen

A

Ileus: sympathisch zenuwstelsel en spinale reflexboog