Voeding, markt Flashcards
1
Q
Boter* op het hoofd hebben
A
Zich (ook) iets te verwijten hebben, niet onschuldig of onbesproken zijn in een bep. opzicht
2
Q
Ergens geen brood* in zien
A
Geen voordeel, geen heil zien in iets
3
Q
De kastanjes* voor iemand uit het vuur halen
A
Een lastig karweitje voor iemand anders opknappen
4
Q
Van alle markten* thuis zijn
A
Velerlei kennis en vaardigheid hebben, slim zijn
5
Q
Hij heeft niet veel in de melk* te brokken
A
Hij heeft niet veel te zeggen
6
Q
Dat is een harde noot* om te kraken
A
Dat is een zeer moeilijke taak
7
Q
Met de gebakken peren* blijven zitten
A
De onaangename gevolgen van iets moeten accepteren