Lichaam Flashcards
De hete adem* in zijn nek voelen van
Zich bedreigd voelen (door iem.)
Een slag om de arm* houden
Preken of handelen onder voorbehoud, je niet
onvoorwaardelijk tot iets verbinden, maar zo dat je nog terug kunt
≈ een slinger om de arm* houden
≈ een achterdeurtje openhouden
Iemand op het verkeerde been* zetten
Iemand misleiden door bewust verkeerde informatie te geven, door iets op een bepaalde toon te zeggen
Ergens geen halszaak van maken (hals)
Het niet zo zwaar opnemen, er geen probleem van maken
Zijn hand* ergens voor in het vuur steken
Er zeker van zijn, er een eed op durven (te) doen, er rotsvast van overtuigd zijn
Zich met hand* en tand verdedigen
Zich heel goed verdedigen
Iemand na/nauw aan het hart* liggen
Iemand dierbaar zijn
Van je hart* geen moordkuil maken
Iets ronduit zeggen, zeggen wat je denkt, ook wel vrijuit spreken
iets de kop* indrukken (hoofd)
Praatjes, geruchten, verzet enz. beëindigen, (met geweld) onderdrukken
Iemand/iets aan de kaak* stellen
Openlijk tentoonstellen als verachtelijk of slecht, bespotten, hekelen
≈ iemand/ iets aan de schandpaal nagelen (= aan de kaak stellen, de gebreken ervan in het openbaar blootleggen)
Iets onder de knie* krijgen
Ergens macht over krijgen of iets beheersen
Iemand de mond* snoeren
Iemand het zwijgen opleggen
Het bloed onder iemands nagels*
vandaan halen
Iemand heel erg treiteren (= plagen/ pesten)
Alle neuzen* wijzen dezelfde kant op
Iedereen heeft dezelfde mening, is het met elkaar eens
Alle neuzen* één kant op krijgen (of dezelfde kant op krijgen)
Proberen overeenstemming te bereiken
Doen alsof je neus* bloedt
Doen alsof je van niets weet
≈ de vermoorde onschuld spelen
de lamme leidt de blinde (oog)
De ene ondeskundige licht de andere voor
Uit het oog*, uit het hart
Wie of wat je niet meer ziet, vergeet je snel
Iets met argusogen bekijken (oog)
Met veel argwaan (=wantrouwen/ suspicion) bekijken
Hij heeft oogkleppen voor (oog)
Hij doet net of iets niet bestaat
Oost-Indisch doof zijn (oor)
Doen alsof je niets hoort als iemand roept of iets vraagt
Wie niet horen wil, moet voelen (oor)
Wie niet wil luisteren, moet de gevolgen maar dragen
Iets uit de losse pols* doen
Zonder steun, zonder inspanning,
geïmproviseerd, gemakkelijk
Een slok* op een borrel schelen
Een groot verschil maken, heel wat schelen