Voeding en voedselopname Flashcards
Gladde spieren van het GI tract worden geinnerveerd door het … zenuwstelsel
enterisch
Gladde spiercellen in het GI tract zijn verbonden via …
gap verbindingen
Peristaltiek
voorstuwing in de slokdarm en dunne darm
Segmentatie
mechanische vertering, menging van voedsel en contact met darmmucosa
Het enterisch zenuwstelsel bestaat uit 3 plexi:
- Plexus subserosus
vasomotoriek (buitenste laag)
Het enterisch zenuwstelsel bestaat uit 3 plexi:
- Plexus myentericus
motoriek (middelste laag)
Het enterisch zenuwstelsel bestaat uit 3 plexi:
- Plexus submucosa
secretie (binnenste laag)
Het spijsverteringskanaal wordt ge… door het sympatisch en ge… door het parasympatisch autonome zenuwstelsel
- remt
- stimuleert
Motiliteit van de mond
afbijten, kauwen en doorslikken
Secretie van de mond (+ hoeveelheid)
speeksel (1,5 L per dag)
Effecten van het autonome zenuwstelsel op de mond
Sympaticus: constrictie in kliervaten –> minder speeksel
Parasympaticus: hogere activieit: wegvallen van sympaticus + kallikriene productie –> bradykinine –> vaatverwijding
De opening van de gastro-oesofageale sfincter wordt gestimuleerd door
De peristaltiek
Wat gebeurd er bij GORZ?
Door de opening van de gastro-oesofageale sfincter komt de maaginhoud incl. HCl terug omhoog dor de secundaire peristaltiek.
Onderdelen van de maag:
- Cardia
- Fundus
- Corpus
- Antrum pyloricum
Het proximale deel van de maag (bestaat uit …) heeft de volgende spierspanning:
(fundus + 1/3 deel corpus)
continue tonus, af en toe relaxatie
Mucous cellen in het simpel columnar epitheel van het maagslijmvlies (5)
- maagslijmcellen
- halsslijmcellen
- hoofdcellen
- parietale cellen
- enteroendocriene cellen
Wat produceren halsslijmcellen
slijm (in de maag); rijk aan bicarbonaat
Wat produceren hoofdcellen?
Pepsinogeen (inactief pepsine –> activeert zichzelf)
Gastrisch lipase
Wat produceren parietale cellen?
Zoutzuur (HCl) (--> pH daalt) Intrinsic factor (voor absorptie van VitB12 in de dunne darm)
Waarvoor gebruiken pariëtale cellen:
- CO2
- H2O
- Cl-
- K+
- H+
- komt uit de interstitiële vloeistof; vormt met H2O –> H2CO3.
- zit in de cel; na vorming van H2CO3 staat het een H+ af.
- wordt uit de interstitiële vloeistof gepompt met de HCO3-/Cl- pomp (HCO3- gaat dan de cel uit); komt daarna in het lumen.
- wordt de cel ingepompt met H+-K+-ATPase; voor aandrijving van de pomp kan het vrij de cel weer uit.
- wordt de cel uit gepomt –> vormt met Cl- HCl
Welke enteroendocriene cellen zijn er?
- G-cellen
- ECL-cellen
- D-cellen
Wat produceren G-cellen?
Gastrine –> stimulatie van hoofdcellen, pariëtale cellen en ECL
Wat produceren ECL-cellen?
Histamine –> stimulatie G-cellen en vorming HCl
Wat produceren D-cellen?
Somatostatine (een groei- en activiteitremmend hormoon)
Eerste fase van maagsapsecretie;
Cefale fase (zien, ruiken, denken aan voedsel);
- HCl
- Zymogeen (inactieve enzymen)
- Histamine
- Gastrine
Tweede fase van maagsapsecretie;
Gastrische fase;
- Histamine (–> HCl en Gastrine)
- HCl (–> Zymogeen)
Derde fase van maagsapsecretie;
Intestinale fase;
- Gastrine
2 oorzaken van een ulcus pepticum (maagzweer)
- bacteriele infectie met heliocbacter pylori
- gebruik van NSAID’s
Op welke 3 manieren beschermt de maag zichzelf tegen maagzuur?
- inactief pesinogeen
- slijmlaag met HCO3-
- nieuwvorming epitheel- en kliercellen + afstoting afstervende cellen
Hoeveel (volume) kan er in de maag?
50 mL tot 4 L
Welke stoffen zijn langer in de maag: vloeistoffen of vaste stoffen?
Vaste stoffen : moeten langer gemengd worden.
3 samentrekkingen in de maag:
- propulsie: peristaltische bewegingen van fundus naar pylorus
- malen: krachtigste peristaltiek in het pylorus
- retropulsie: sluit de pylorusklep, daardoor komt de de rest van de chyme terug omhoog in de maag
Hoeveel gaat er per beweging van de maag naar het duodenum?
3 mL
Dunne darm in drie delen en hun herkenningspunt:
- duodenum; klieren van Brunner (in submucosa)
- jejunum; grootste plica
- ileum; Peyer’s patches (in mucosa)
Externe secretie in de dunne darm door 2 cellen:
- Klieren van Brunner; produceren mucinerijk, zwak-alkalisch secreet (beschermlaag)
- Slijmbekercellen/ gobletcellen; produceren slijm
Interne secretie in de dunne darm door:
- enteroendocriene cellen (VIP, gastrine, secretine en CCK)
VIP staat voor en functie
vasoactieve intestinale peptide; remming van motiliteit van de maag
CCG staat voor en functie
cholecystokine; wordt afgegeven als de chyme het duodenum passeert –> stimuleert afgifte van gal
Welke 4 stoffen bevat gal:
- cholesterol
- galpigmenten (bilirubine)
- afvalproducten/gifstoffen)
- galzouten
Functie van galzouten
Emulgeren veten (–> micellen worden gevormd), hierdoor zijn ze beter op te nemen
Waar bestaat pancreassap uit?
- bicarbonaat
- enzymen
Welke enzymen bevat pancreassap?
- amylase
- lipase
- protease
- nuclease
- zymogenen
Welke zymogenen zitten er in pancreassap en hoe worden deze geactiveerd?
- Trypsinogeen (door peptidase –> trypsine)
- Chymotrypsinogeen (door trypsine –> chymotrypsine)
- Procarboxypeptidase (door trypsine –> carboxypeptidase)
Wanneer een hoe moet iemand met cystisch fibrose behandeld worden?
Tijdens remissie (rust van ziekte) met een rubberdam. Uitkijken met antibiotica.
CCK zorgt voor …
Secretine zorgt voor …
- secretie van enzymrijk pancreassap/ secretie van gal
- secretie van bicarbonaatrijk pancreassap/ stimulatie van lever voor het aanmaken van gal
Oppervlaktevergroting van de dunne darm in 3 stappen:
circular folds –> villi –> microvilli
Wat gebeurt er in de mond met koolhydraten?
afgebroken door amylase in disachariden (lactose/ maltose/ sucrose)
Wat gebeurt er in de maag met koolhydraten?
niks
Wat gebeurt er in de dunne darm met koolhydraten?
- afgebroken door amylase in disacchariden (lactose/ maltose/ sucrose)
- disacchariden worden door enzymen (lactase/ maltase/ sucrase) afgebroken in monosacchariden (galactose/ glucose/ fuctose)
Waar bestaan … uit:
- lactose
- maltose
- sucrose
- glucose en galactose
- 2 glucose
- glucose en fructose
Hoe worden monosacchariden opgenomen in het epitheel van de dunne darm?
- galactose en glucose door co-transport met Calcium
- door gefaciliteerde diffusie
Hoe worden monosacchariden opgenomen in het bloed?
door gefaciliteerde diffusie
Wat gebeurt er in de mond met eiwitten?
niks
Wat gebeurt er in de maag met eiwitten?
Worden door pepsine afgebroken tot lange polypeptideketens
Wat gebeurt er in de dunne darm met eiwitten?
- Worden door pancreatisch enzymen (trypsine, chymotrypsine en carboxypeptidase) omgezet in korte polypeptideketens.
- dunne darm enzymen (aminopeptidase, carboxypeptidase en dipeptidase) zetten het om in aminozuren
Hoe worden aminozuren opgenomen door het lumen van de dunne darm?
via cotransport met natrium
enkele di-/tripeptiden met H+
Hoe worden aminozuren getransporteerd naar het bloed?
met gefaciliteerde diffusie
Wat gebeurt er in de mond met vetten?
worden door linguaal lipase (secretie wordt minder met ouder worden) omgezet in monoglycerides
Wat gebeurt er in de maag met vetten?
worden door gastrisch lipase omgezet in monoglycerides
Wat gebeurt er in de dunne darm met vetten?
worden door galzouten en pancreatisch lipase geemulgeerd naar monoglycerides
Hoe komen monoglycerides in het epitheel en wat gebeurt er daarna mee?
Dmv. diffusie. In de cel worden ze omgezet naar tryglycerides en gekoppeld met cholesterol en eiwitten (–> chylomicrons)
Wat gebeurt er met chylomicrons?
Gaan via exocytose naar:
- het lymfestelsel
- het capilair in
Wat wordt er in de dikke darm opgenomen?
- water
- onverteerde koolhydraten
- vitamine K en B
Hoevaak trekt de dikke darm samen?
- haustrea (wanneer gevuld) 1 minuut lang, 1x in een half uur
- massabeweging: 3-4x per dag; vaak na het eten
Reteroperitoneale organen
nieren, duodenum, pancreas
Hoe snel beweegt voedsel in de dikke darm?
1 cm/min; 3-4 uur in totaal
Wanneer, wat en welke fases heeft MMC?
- iedere 90-120 min (tussen maaltijden in
- volledige leging van de dunne darm in de dikke darm
- Fase 1; motorische stilte
Fase 2; onregelmatige contracties
Fase 3; korte periode met intense contracties
Secretie, hoeveel;
- speeksel
- maagsap
- pancreassap
- gal
- darmsap
- 1,5 L
- 2,5 L
- 1,5 L
- 0,5 L
- 1 L
Absorptie, hoeveel;
- Jejunum
- Ileum
- Colon
- 5 L
- 2 L
- 1,4 L
Waar gaat de oesophagus door het diafragma?
bij de esophageal hiatus
Waar liggen de 2 omenta van de maag?
- bij de kleine bocht
- bij de grote bocht
Wat zijn enterogastrones en wat doen ze?
hormonen afgegeven door de enteroendocriene cellen (belangrijkste: secretin en CCK, stoppen de aanmaak van gastrin)
Wat is de alakline tide?
de pomping van bicarbonaat naar het bloed in de pariëtale cellen
Wat ligt tussen de galblaas en galbuis?
cystic buis
Waaruit bestaat het exocriene deel van de pancreas?
- acini (produceren enzymrijk vloeistof)
- buizen (voor transport)
Waaruit bestaat het endocriene deel van de pancreas?
eilandjes van Langerhans (geven insuline en glucagon af)
Hoe beschermt de pancreas zichzelf tegen vertering van zichzelf?
door de enzymen inactief af te geven, ze worden in het duodenum actief gemaakt
Gal en pancreassap komen samen in de … en komen het duodenum binnen via een …, die afgesloten is met de …. Pancreassap wordt ook opzichzelf geleegd via de kleine
- hepatopancreatic ampulla
- major duodenual papilla
- hepatopancreactic sfincter
- accesory pancreatic duct
Klep tussen de dunne en dikke darm
klep van Bauhin
Welke 5 soorten cellen zitten in de mucosa van de dunne darm?
- enterocyten (produceren darmvloeistof voor absorptie)
- gobletcellen (produceren slijm)
- enteroendocrine cellen (produceren enterogastronen)
- panethcellen (produceren antimicrobiële stoffen)
- stamcellen (kunnen differentiëren in de andere 4 cellen)
Wanneer opent de klep van Bauhin?
- door geactiveerde maagactiviteit
- door gastrin
Waaruit bestaat de dikke darm?
- cecum
- appendix (bevat veel lymfeweefsel)
- colon (5 delen)
- rectum (heeft kleppen om bolus tegen te houden)
- anale kanal
Waar worden nucleïnezuren afgebroken?
in de dunne darm, door enzymen in pancreassap
Welke vitaminen kunnen micellen bevatten?
A, D, E en K
Welke vitaminen worden door de dikke darm geabsorbeerd?
B en K
Waar worden elektrolyten opgenomen?
In de dunne darm
Waar worden ijzer en calcium opgenomen?
in het duodenum
Dysfagie
Belemmerde voedselpassage, door:
- gestoorde bewegelijkheid van de slokdarm
- stenose (passagebelemmering)
Achalasie
Peristaltiek in de slokdarm ontbreekt
Diffuse slokdarmspasmen
Dysfagie en pijn achter het borstbeen
Gastro-oesofageale refluxziete
Onderste sfincter van de slokdarm gaat open
Infectieuze oesofagitis
Bij mensen met een verminderd immuunsysteem, vaak door een schimmelinfectie
Ulcers in de slokdarm
Door NSAID’s en vitamine-C-tabletten
Tumoren in de slokdarm
zijn vaker kwaadaardig
Gastritis
ontsteking van het maagslijmvlies, vaak door infectie met helicobacter pylori
Ulcuss pepticum
maagzweer of in het duodenum, vaak door helicobacter pylori
Syndroom van Zollinger-Ellison
tumor in de pancreas waardoor teveel gastrine wordt geproduceerd –> teveel HCl
Maagcarcinoom
tumor in de slijmcellen van de maag
Syndroom van Peutz-Jeghers
veel poliepen in de dunne en dikke darm, pigmentvlekken op de huid en slijmvliezen
Colitis ulcerosa
chronische darmontsteking van een bepaald deel van de darm
ziekte van Crohn
chronische darmontsteking aan de hele darm
Welke 2 absorpties kunnen ALLEEN door het ileum gedaan worden?
vitamine B12 en galzuren
Hemorroïden
aambeien
2 richtingen van spieren in de oesophagus:
- longitudinale (voor voortstuwing/ propulsie)
- circulaire (voor vermaling/ fregmentatie)
Lagen van de wand van het GI tract:
Mucosa:
- simpel columnair epitheel (in mond, eosofagus en anus; stratified squamous)
- lamina propria (bindweefsel)
- muscularis mucosea
Submucosa:
- bindweefsel (areolair), en de rest
Muscularis externa:
- circulaire spierlaag
- longitudinale spierlaag
(bij intraperitoneale organen); Serosa:
- visceraal peritoneum; 1 laag squamous epitheel
- in de eosophagus is dit adventitia (straf bindweefsel)
- bij reteroperitonale organen; serosa + adventitia
Vouwen in de maagwand heten
rugae
3de spierlaag in de maag:
binnenste schuine spierlaag: voor de roerende beweging
In welk deel van de maag zitten vooral de mucous en enteroendocrine cellen? En welk deel pariëtale en hoofdcellen?
onderin/ bovenin
De diepte van de gastric pits neemt af aan de …
uiteinden van de maag
Welke second messengers stimuleren de HCl productie?
Acetylcholine (in de cevale fase), Histamine (aangemaakt door ECL-cellen) en Gastrine (aangemaakt door de G-cellen) –> stimuleert ook de ECL-cellen
Welke second messengers remmen de HCl productie?
Somatostatin (aangemaakt door de D-cellen) –> remt ook de G- en ECL-cellen
Spieren in de vili zijn voor:
- beweging van de vili, zodat ze elkaar minder raken
- samentrekking voor secretie
Klieren in het jejunum heten
crypts of Lieberkuhn
Welke 2 stoffen worden wel door de maag opgenomen?
Aspirine en alcohol
5 stappen in het GI tract
- inname
- voortstuwing (peristaltiek)
- mechanische afbraak (segmentatie)
- vertering
- opname
- ontlasting
Functie van mesentery
Dubbele laag peritoneum, voor;
- bloedvaten, lymfe en zenuwen
- op plek houden van organen
- opslag voor vet
intraperitoneale organen
maag, dunne darm en lever