Vocabulaire TOUR 1 Flashcards

1
Q

een herwerking, aangepaste versie

A

une adaption

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

een affiche

A

une affiche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een trailer

A

une bande-annonce

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een camera

A

une caméra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de bioscoop

A

le cinéma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een verhaal, sprookje

A

un conte (de fées)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een kaft

A

une couverture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een flaptekst

A

un descriptif

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een schrijfstijl

A

une écriture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een schrijver

A

un(e) écrivain(e)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een special effect

A

un effet spécial

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een aflevering

A

un épisode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een fragment

A

un extrait

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een held(in)

A

un héro, une héroïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een waargebeurd verhaal

A

une histoire vrai

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de humor

A

l’humour

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

de verbeelding

A

l’imagination

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

een verhaallijn

A

une intrigue

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

een lezer, lezeres

A

un lecteur, une lectrice

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

een tijdschrift

A

un magazine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

een werk

A

une oeuvre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

een (hoofd)personage

A

un personage (principal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

een (muziek-, theater-,…) stuk

A

une pièce (de musique, de théâtre)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

een doelpubliek

A

un public cible

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
een kwaliteit
une qualité
26
een regisseur, regisseuse
un réalisateur, une réalisatrice
27
een samenvatting
un résumé
28
een detectiveroman
un roman policier
29
een seizoen
une saison
30
een secenario
un scénario
31
een scène
une scène
32
een lancering
une sortie
33
een ondertitel
un sous-titre
34
een thema
un thème
35
een titel
un titre
36
een komedie
une comédie
37
een drama
un drame
38
een actiefilm
un film d'action
39
een avonturenfilm
un film d'aventures
40
een romantische film
un film romatique
41
een thriller
un thriller
42
teleurstellend
décevant(e)
43
vervelend, saai
ennuyeux, ennuyeuse
44
opwindend
exictant(e)
45
zwak
faible
46
geïnspireerd op
inspiré(e) de
47
fascinerend, boeiend, interessant
passionante(e)
48
voorspelbaar
prévisible
49
ontspannend
relaxant(e)
50
ontroerend
touchant(e)
51
erin slagen om te ...
arriver à + INF
52
verwachten
s'attendre à
53
beschrijven
décrire
54
afhangen van
dépendre de
55
zich afspelen
se dérouler
56
dubben
doubler
57
zich inbeelden
s'imaginer
58
ontbreken aan, te kort hebben
manquer de
59
zich onderdompelen in
se plonger dans
60
aanraden
recommander
61
onthullen
révéler
62
gaan over, het thema bespreken
aborder un sujet, aborder le sujet de
63
iets bijdragen (tot)
apporter quelque chose (à)
64
ontgoocheld zijn/ worden (door)
être déçu, déçue (par)
65
Ik slaag erin
J'y arrive
66
een prijs in de wacht slepen
remporter un prix
67
een onderwerp behandelen, het onderwerp behandelen
traiter d'un thème, traiter du thème de
68
op het einde (van)
à la fin (de)
69
integendeel, daarentegen
au contraire
70
in het begin (van)
au début (de)
71
want
car
72
heel erg/ veel
énormément
73
kortom
en résumé
74
integendeel, daarentegen
par contre
75
volgens mij
selon moi
76
ten eerste
d'abord
77
vervolgens
ensuite
78
verder
puis
79
ten slotte
enfin
80
Een eerste argument is dat
Un premier argument, c'est qu'
81
ten eerste
Premièrement
82
ten tweede
deuxièmement
83
ten derde
troisièmement
84
ten slotte
finalement
85
een afstammeling
un descendant
86
de slavernij
l'esclavage
87
een slaaf
un esclave
88
een verhaal
un récrit
89
gedocumenteerd
documenté(e)
90
ontroerend
émouvant(e)
91
overtuigen
convaincre
92
op de vlucht
être en fuite
93
de vrije loop laten
laisser libre cours à
94
Ik kijk (vooral) naar de korte inhoud
je regarde surtout le descriptif
95
de korte inhoud moet mysterieus zijn
le descriptif doit être mystérieux
96
het boek moet tot een genre behoren dat ik leuk vind
le livre doit être d'un genre que j'aime
97
Ik lees graag thrillers
j'aime lire des thrillers