Vocabulaire TOUR 1 Flashcards
een herwerking, aangepaste versie
une adaption
een affiche
une affiche
een trailer
une bande-annonce
een camera
une caméra
de bioscoop
le cinéma
een verhaal, sprookje
un conte (de fées)
een kaft
une couverture
een flaptekst
un descriptif
een schrijfstijl
une écriture
een schrijver
un(e) écrivain(e)
een special effect
un effet spécial
een aflevering
un épisode
een fragment
un extrait
een held(in)
un héro, une héroïne
een waargebeurd verhaal
une histoire vrai
de humor
l’humour
de verbeelding
l’imagination
een verhaallijn
une intrigue
een lezer, lezeres
un lecteur, une lectrice
een tijdschrift
un magazine
een werk
une oeuvre
een (hoofd)personage
un personage (principal)
een (muziek-, theater-,…) stuk
une pièce (de musique, de théâtre)
een doelpubliek
un public cible