Geschiedenis Flashcards

1
Q

Assimileren

A

Inheemse cultuur al dan niet gedwongen gelijkmaken aan eigen (Europese) cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Atlantikwall

A

verdedigingslinie van bunkers op de kusten van D, B, N en F gebouwd door de Duitsers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aziatische tijgers

A

een bijnaam voor drie landen in Azië: Signapore, Zuid-korea en Taiwan en de Speciale Bestuurlijke Regio Hongkong (China) vanwege van hun snelle economische ontwikkeling in de jaren ‘80 en ‘90.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bede

A

Een rechtrseekse belasting die aan de koning werd toegestaan door de staten-generaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

BRIC-landen

A

Is een acroniem dat verwijst naar de landen Brzalië, Rusland, India en China die in een vergelijkbaar stadium van economische ontwikkeling bevinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Celibaat

A

ongehuwd blijven van geestelijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

centralen

A

Bondgenootschap tussen Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Osmaanse Rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

codex

A

wetboek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

concilie

A

vergadering van kerkleiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

concordaat

A

verdrag tussen de paus en de wereldlijke macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

coöperatie

A

een organisatie waarin mensen samenwerken om een gemeenschappelijk doel te behalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

delta

A

de mondingsarmen van een rivier en het gebied daartussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

democratie

A

regeringsvorm waarbij de soevereine macht bij het volk licht. Er is een grondwet, een parlement en een scheiding der machten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

demografie

A

de wetenschap die de bevolkingsaantallen bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

deportatie

A

onder dwang verplaatsen van personen door verdrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

uitbreiding, meestal door veroveringen

A

expansie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

extremisme

A

eigen ideologie, totaal los van de realiteit. Je wil anderen al dan niet gewelddadig dwingen om dezelfde visie te volgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Fanatisme

A

emotie gekenmerkt door overmatig enthousiasme en vaak onkritische toewijding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

fresco

A

muurschilderij, aangebracht op een vochtige kalklaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

frontaal

A

in vooraanzicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

fundamentalisme

A

iemand die op strikte en letterlijke wijze vasthoudt aan bepaalde grondbeginselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

geallieerden

A

bondgenoten, met namen tegenstanders van Duitsland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

gestileerd

A

met strakke, eenvoudige lijnen weergegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

globalisering

A

steeds meer landen maken deel uit van wereld handel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
handelskapitalisme
economisch systeem waarbij de kooplui grote winsten in de internationale handel en kun kapitaal verder vergroten
26
streven van een staat naar uitbreiding van zijn heerschappij over andere volkeren en gebieden
imperialisme
27
index
lijst met verboden boeken
28
interbellum
periode tussen twee wereldoorlogen
29
irrigatie
kunstmatige bevloeiing
30
isolationisme
politiek van afzondering
31
kolonialisme
expansies van Europa in andere werelddelen door gewelddadige veroveringen.
32
liberalisme
idealen van verlichting te realiseren
33
macht
invloed die een persoon/organisatie heeft op andere personen/organisaties
34
MINT-landen
acroniem voor de landen Mexico, Indonesië, Nigeria en Turkije die een sterk groeiende economie hebben
35
monumentaal
groots, imposant
36
mutualiteiten
instellingen die voor sociale zekerheid zorgen
37
natie
een groep mensen die zich verbonden voelen door gemeenschappelijke kenmerken
38
nationaalsocialisme
extreem rechts met nationalisme als belangrijkste kenmerk
39
nutsvoorzieningen
Voor ieder lid van de samenleving nuttig, dus handig om dit centraal te regelen.
40
oligarchie
macht is gebaseerd op rijkdom
41
ontginnen
bossen, heiden in vruchtbare grond omzetten
42
paternalisme
de neiging om alles van bovenaf te regelen en beslissen
43
patriciër
edelman
44
plebejer
gewone volk
45
polis
stadsstaat, onafhankelijke gemeenschap
46
proletariër
uitgebuite arbeider (zonder bezittingen behalve kinderen)
47
radicalisme
neiging tot diepingrijpende hervormingen, zonder geweld en men blijft binnen de democratische waarden
48
reconstructie
iets dat nagebootst of hersteld is
49
reformatie
hervorming
50
republiek
staatsvorm waarbij het staatshoofd verkozen wordt door de onderdanen
51
revolutie
een ommekeer, zo grondig dat een terugkeer niet meer mogelijk is
52
romantiek
kunststroming in 19e eeuw waar een veel aandacht was voor uitdrukking van de persoonlijke gevoelens van de kunstenaar
53
sacraal
heilig, gewijd
54
silex
vuursteen
55
sociaal-democraten
politieke stroming die streeft naar het wegwerken van klassenverschil door stemrecht
56
sociale strijd
strijd tussen verschillende klassen
57
socialisme
politiek-maatschappelijke stroming die streeft naar het oplossen van maatschappelijke problemen (zoals oneerlijke verhouding)
58
soevereiniteit
hoogste gezag
59
totalitaire staat
alles is ondergeschikt aan de staat (dictatuur)
60
transithandel
doorvoerhandel
61
vakbonden
organisatie die individuele en collectieve belangen behartigt van aangesloten werknemers t g o de werkgever
62
verlichting
culturele stroming die met als doel het gebruiken van de rede willen bevorderen (kwamen op voor gronderechten en waren tegen misbruik van staat en kerk)
63
verzuiling
verdelen van samenleving volgens levensbeschouwelijke groepen
64
vetorecht
recht om besluiten tegen te houden
65
voogdij
iemand anders regelt je rechten en plichten