vocabulair p. 153-155 Flashcards
de raad, het advies
le conseil
het vertrek
le départ
de woonst, de slaapgelegenheid
le logement
de korting
la réduction
de inlichting
le renseignement
het verblijf
le séjour
de stage, de cursus, het kamp
le stage
de wereldreis
le tour du monde
betaalbaar
abordable
heerlijk, bijzonder, lekker
délicieux, délicieuse
landen
atterir
ontwikkelen
développer
iemand vertrouwen
faire confiance à quelqu’un
aarzelen, twijfelen
hésiter
logeren, overnachten
loger
vlot (Frans) praten
parler couramment (le français)
reserveren
réserver
zich aanpassen aan
s’adapter à
zich uit de slag trekken
se débrouiller
zich zorgen maken
se faire du soucis
zich vervelen
s’ennuyer
verloren lopen, verloren rijden
se perdre
zich bezighouden met, zorgen voor
s’occuper de
nauwlijks
à peine
eigenlijk, in feite
en fait
bovendien
en plus
ook niet
pas … non plus
het voorschot
l’acompte
het reisagentschap
l’agence de voyages
de annulering
l’annulation
het huurcontract
le contrat de location
de kostprijs
le coût
de gewoonte, het gebruik
la coutume
de uitwisseling
l’échange
het gastgezin
la famille d’accueil
de reisweg
l’itinéraire
de deelnemer, de deelneemster
le participant, la participante
de voorbereidingen
les préparatifs
het dagelijks leven
le quotidien
het traject, de route
le trajet
de vakantieganger
le vacancier, vacancière
het visum
le visa
typisch voor
typique de
verblijven
séjourner
inlichtingen inwinnen
se renseigner
in de omgeving, in de buurt
dans les environs
in het hoog- / laagseizoen
en haute / basse saison
nauwelijks
à peine
de avonturier, de avonturierster
l’aventurier, l’aventurière
de uitdaging
le défi
de onderdompeling
l’immersion
het doel
l’objectif
het vooroordeel
le préjugé
angstig, benauwd
angoissé(e)
het hoofd bieden aan
faire face à
de ervaring
l’expérience
de beheersing, de bekwaamheid
la maîtrise
de opportuniteit, de gelegenheid
l’opportunité
onafhankelijk, zelfstandig
autonome
verrijkend
enrichissant(e)
volwassen, rijp
mature
verdraagzaam
tolérant(e)
verwerven, verkrijgen
acquérir
verbeteren (van kwaliteit)
améliorer
vorderen, vooruitgaan
progresser
zich ontplooien
s’épanouir
zich inzetten (voor)
s’investir (dans)
ondersteunen, bijstaan
soutenir
een open geest hebben
avoir l’esprit ouvert
(autonomer, volwassener, ondernemender,…) worden
devenir (plus autonome, mature, entreprenant(e)…)
kennismaken met
faire connaissance avec