donner une instruction Flashcards
1
Q
opgelet voor
A
attention à
+substantif
2
Q
opgelet om te
A
attention de
+infinitief
3
Q
denk eraan om te
A
veillez à
+inf
4
Q
het is nodig om te
A
il est nécessaire de
+inf
5
Q
het is belangrijk om te
A
il est important de
+inf
6
Q
het is van grootste belang om te
A
il est primordial de
+inf
7
Q
het is essentieel om te
A
il est essentiel de
+inf
8
Q
je moet/ u moet
A
il faut
+inf
9
Q
het is beter om te
A
il vaut mieux
+inf
10
Q
probeer om te
A
essayez de
+inf
11
Q
vergeet niet om te
A
n’oubliez pas de
+inf
12
Q
het is nodig dat
A
il faut que
+subj
13
Q
het is beter dat
A
il vaut mieux que
+subj
14
Q
het is belangrijk dat
A
il est important que
+subj
15
Q
het is nodig dat
A
il est nécessaire que
+subj
