Voc: Le monde economique et financier Flashcards
De factuurprijs
Le prix de facture / de facturation
Gelden
Être valable
In rekening brengen
Facturer
… te veel berekenen
Facturer … en top / en excédent
De nettoprijs
Le prix net
De brutoprijs
Le prix brut
De onjuiste prijs
Le prix incorrect
Uit voorraad leverbaar
Livrable de stock
Een artikel schrappen
Supprimer un article
De invoerrechten
Les droits d’entrée
De uitvoerrechten
Les droits de sortie
De scherpe concurrentie
La concurrence acharnée
Met ingang van 20 september
À partir du / à dater du 20 septembre
Op de markt brengen
Lancer / mettre en vente / mettre sur le marché
De lay-out
La mise en page
Beogen
Envisager
De nieuwwaarde
La valeur à neuf
Een reclame-actie
Une action publicitaire
De belangstelling opwekken van
Éveiller l’intérêt de
Op aanvraag leveren
Fournir / livrer sur demande
De ware grootte
Le grandeur nature
Een industriezone
Un zoning industriel
Afvoeren / doen wegvloeien
Écouler
Verdrinken / overstromen
Inonder
De verpakking
Le conditionnement
De verpakking in een spuitbus
Le conditionnement en bombe
De verpakking in een bus
Le conditionnement en tube
Een bak (bier)
Un casier
Een blik
Une can(n)ette
Een vacuümverpakking
En emballage sous vide
Een bakje
En barquette
Een folder
Un dépliant
Een brochure
une brochure
Een catalogus
Un catalogue
Een klantenkaart
Une carte de fidélité
Aan de halve prijs
À moitié prix
Aan een spotprijs
À un prix dérisoire
Een overeenkomst sluiten
Conclure un accord
Akkoord gaan met iets, iets onderschrijven
Souscrire à quelque chose
Een verbintenis aangaan
Contracter un engagement
Een contract verbreken
Rompre un contrat
Iedere verantwoordelijkheid afwijzen
Décliner toute responsabilité
Een som terubetalen
Rembourser une somme
Zich in de schulden werken
S’endetter
Een schuld afschrijven
Amortir une dette
De uitgaven beperken
Restreindre les dépenses
Een schadevergoeding eisen
Réclamer des dommages intérêt
De vereiste voorwaarden
Les conditions requises
Een wederzijds akkoord
Un accord mutuel
De instemming van de betrokken partijen
Le consontement des intéressés
De duur van een contract
La durée d’un contrat
De geldigheid van een contract
La validité d’un contrat
Een dubieuze schuldvordering
Une créance douteuse
Een voorziene uitgave
Une dépense envisagée
Een verworven recht
Un droit acquis
Een som toekennen
Allouer une somme
De belangen schaden
Nuire aux intérêts
Ergens belang bij hebben
Avoir intérêt à
Na aftrek van
Déduction fait
De niet-betaling (van een factuur)
Le non-paiement
De belastbare som
La somme imposable
Het aanslagjaar
L’année d’imposition
De verplaatsingskosten
Les frais de déplacement / transport
De levensstandaard
Le niveau de vie
de koopkracht
Le pouvoir d’achat
Een inbreuk op de regels
Une infraction aux règles
Overeenkomstig de regels handelen
Agir conformément aux règles
Ter info
À titre d’information
De draagwijdte van een mandaat
la portée d’un mandat
Een opdrachtgever
Un mandant
Een gemandateerde
Un mandataire
Stilzwijgend
Tacite
Een geldschieter
Un bailleur de fonds
Een blanco strafblad
Un cassier judificaire vierge
De grondwet
La Constitution
Op heterdaad
En flagrant délit
De overmacht
Le force majeur
het vonnis
Le jugement / la sentence
Het lastenboek
Le cahier des charges
De concurrentiekracht
Le compétitivité
De oneerlijke concurrentie
La concurrence déloyale
De werkzoekende
Le demandeur d’emploi
Het zwangerschapsverlof
Le congé de maternité
De arbeidskrachten
La main d’oeuvre
Failliet gaan
Faire faillite
OCMW
CPAS
Het ontwikkelingsland
Le pays en développement
De streepjescode
Le code-barres
Het namaak
La contrefaçon