Voc: L'expert comptable: pourqoui y avoir recours Flashcards

1
Q

De opdracht, functie

A

La mission

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Raad geven

A

Conseiller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De besluitvorming

A

La prise de décision

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De financiële staten opmaken

A

Établir des états financiers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De boekhouding bijhouden

A

Tenir les comptes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een beroep doen op iemand

A

Avoir recours à quelq’un

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bijhouden

A

Tenir à jour

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Toezien op iets

A

Veiller à

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een boekhoudkundig stuk

A

Une pièce comptable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De gelden / het kapitaal

A

Les fonds / le fond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bewijzen / bevestigen

A

Attester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De wijziging van aanslag

A

Le redressement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ontlasten

A

Décharger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aangesproken worden

A

Être engagé

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een onregelmatigheid

A

Une anomalie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering

A

Une assurance responsabilité civile

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Een verzachtende oplossing

A

Une solution palliative

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Aangepast

A

Approprié

19
Q

De vennootschapsbelasting

A

L’impôt sur les sociétés

20
Q

De inkomstenbelasting

A

l’impôt sur le revenu

21
Q

De opmaak van de statuten

A

La rédaction des statuts

22
Q

De samenstelling van het dossier

A

La constitution du dossier

23
Q

Het formaliseren

A

La formalisation

24
Q

De betrouwbaarheid

A

La fiabilité

25
Q

Overnemen

A

Racheter

26
Q

De handelsonderneming / zaak

A

le fonds de commerce

27
Q

De overname

A

Une reprise

28
Q

Een follow-up

A

Un suivi

29
Q

Een dashboard

A

Un tableau de bord

30
Q

In goede banen leiden

A

Réguler

31
Q

Optimaliseren

A

Optimiser

32
Q

Een beetje / ietwat

A

Un tant soit peu

33
Q

Vermelden

A

Mentionner

34
Q

De Mission statement

A

La lettre de Mission

35
Q

Het waken over

A

La veille

36
Q

Het arbeidsrecht

A

Le droit du travail

37
Q

Het handelsrecht

A

Le droit des affaires

38
Q

De reputatie

A

La notoriété

39
Q

De naamsbekendheid

A

La renommée

40
Q

De geloofwaardigheid

A

La crédibilité

41
Q

Verminderen

A

Atténuer

42
Q

Willekeurig

A

Quelconque

43
Q

Waarborgen / voor echt verklaren

A

Certifier

44
Q

Een vertrouweling

A

Un confident