Voc: L'entreprise Flashcards
De voedingsmiddelenindustrie
Le secteur agroalimentaire
De agrarische sector
Le secteur agricole
De voedingsmiddelen
Les aliments
De spitstechnologie
La technologie de pointe
Profit & non-profit
Marchand & non-marchand
Een sector in moeilijkheden
Un secteur en difficulté
Een sector in volle bloei
Un secteur en pleine croissance / en expansion
De luchtvaart
L’aéronautique
De bewapening
L’armement
De scheepsbouw
La construction navale
De metaalindustrie
L’industrie métallurgie
De staalindustrie
La sidérurgie
De samenstelling
Le montage / l’assemblage
De import
L’importation
De export
L’exportation
De verkoop
La vente
De dienst na verkoop
Le service après vente
HR
Le recrutement
De zetel (van een bedrijf)
Le siège social
Het labo
La laboratoire
Het magazijn
L’entrepôt
De winkel / het magazijn
Le magasin
De toonzaal
La salle d’exposition
Het kaderlid
Le cadre
De werknemers / de bediendes
Les employés
De arbeiders
Les ouvriers
Bediendes + arbeiders
Les salariés
De directie
La direction
De bestuurders
Les dirigeants
De directie van een société anonyme (sa)
Le directoire
De voorzitter van de raad
Le président du conseil
De gedelegeerd bestuurder
L’administrateur délégué
De CEO
Le PDG
De bedrijfsleider
Le chef d’entreprise
De zaakvoerder
Le gérant
De partner
L’associé
Een aandeelhoudersvergadering
Une assemblée générale des actionnaires
De raad van de aandeelhouder / van het bestuur
Me conseil des actionnaires
Een ploeg
Les équipes de travail
De financiële dienst
Le service financier
De reclame
La publicité
Het onderhoud
L’entretien
De controle
Le contrôle
Le juridique et le contentieux
Le juridique et le contentieux
De oprichting
La création / la fondation
De opening
La ouverture
De inwijding van een zaak
La inauguration
De afkoop
Le rachat
De ontbinding
La dissolution
De fusie
La fusion