Voc. l'article 2 Flashcards
passen (van een datum)
convenir
de praktijk
le cabinet
maandag
lundi
dinsdag
mardi
woensdag
mercredi
donderdag
jeudi
vrijdag
vendredi
zaterdag
samedi
zondag
dimanche
elkaar zien
se voir
uitzonderlijk
exceptionellement
hemelvaart
l’ascension
sinterklaas
la saint-nicolas
kerstmis
Noël
pasen
pâques
onze lieve vrouw hemelvaart
l’assomption
onze lieve heer hemelvaart
l’ascension
allerheiligen
la pentecôte
nieuwjaar
le nouvel an
bereiken op
joindre à
tijd hebben
avoir le temps
volgende week
la semaine prochaine
vorige week
la semaine passée
het is lente
c’est le printemps
de zomer
l’été
herfst
l’automne
winter
l’hiver
afwezig
absent
de harttransplantatie
la transplantation du cœur
een laborant
un laborantin
een secretaresse
une secrétaire
de rodehond
la rubéole
een oorontsteking
une otite
sinusontsteking
une sinusite
borstkanker
la cancer du sein
buikgriep
la gastro
de haren
les cheveux (mannelijk)
het hoofd
la tête
les dents
les dents (vrouwelijk)
de nek
le cou
de arm
le bras
de elleboog
le coude
de buik
l’estomac (mannelijk)
de voet
le pied
de tenen
les orteils (mannelijk)
de hiel
la cheville
een oog
un oeil
de ogen
des yeux
de neus
le nez
het oor
l’oreille (vrouwelijk)
de schouder
l’époule (vrouwelijk)
de pols
le poignet
de hand
la main
de vingers
les doigts (mannelijk)
het been
la jambe
de knie
le genou
verstuiken
fouler
vlot
courrament
ter ere van
en l’honneur
in de lucht, omhoog
en l’air
in afwezigheid van, bij gebrek aan
en l’absence
sprookjes
contes
bezoek brengen
rendre visite
Een buitenoorontsteking
Une otite externe
Een middenoorontsteking
Une otite moyenne
Een binnenoorontsteking
Une otite interne
Hooikoorts
Un rhume de foins
de mond
la bouche