Voc. l'article Flashcards
het koekje
le biscuit/ le gateau
invullen
remplir
De telefoon rinkelt
le téléphone sonne
de bril
les lunettes
de kast
une armoire
in panne zijn
être en panne
een medisch attest opstellen
établir un certificat médical
bijwerkingen
un effet secondaire
de behandeling
le traitement
de handtekening
une signature
de verantwoordelijke
un responsable
de cinema
le cinéma
eerst
d’abord
een wandelstok
une canne
een vergadering
une réunion
een spoedig herstel wensen
souhaiter un prompte rétablissement
een tarief
un tarif
opstellen
établir
de soep
la soupe
alle dagen
tous les jours
het succes
le succès
het karakter
un caractère
de suiker
le sucre
de koffie
le café
de vitamine
la vitamine
de koelkast
le frigo
de koorts
la fièvre
melkproducten
des produits laitiers
peninciline
la péninciline
liever dan
préférer à
veel
beaucoup
heel veel
énormément
genoeg
assez de
weinig
peu de
meer
plus de
meer (maar in een meer fancy manier)
davantage de
minder
moins
te veel
trop de
even veel/ net zoveel
autant de
de wind
le vent
een menigte van
une foule de
het loket
le guichet
hoestsiroop
le sirop antitussif
een printer
une imprimante
de meeste
la plupart du/ de la/des
het geluk
la chance
de oplossing
la solution
de formaliteiten
des formalités
meestel
la plupart du temps
ontwikkelen
déveloper
soms
parfois
nog
encore
plat water
eau minerale
spuitwater
eau gazeuse
de boter
le beurre
een uitleg
une explication
bij iedere maaltijd
à chaque repas
de alcohol
l’alcool
kostbaar
précieux
zulke, dergelijke
de tels
anderen
d’autres
vergezeld zijn van vrienden
être accompagné de copains
omringd zijn door familie
Être entouré de famille
gevuld zijn met wijn
Être rempli de vin
voorafgegaan worden door reclame
Être précédé de publicités
gevolgd worden door zijn familieleden
Être suivi de membres de sa famille
bedekt zijn met verf / onder de verf zitten
Être couvert de peinture
vitamines nodig hebben
Avoir besoin de vitamines
spotten met je zus
Se moquer de sa sœur
tekort hebben
Manquer de
zin in iets hebben
avoir envie de qqch
wenen van iets
pleurer de qqch
droefheid
la tristesse
wenen, huilen
pleurer
rode uitslag
eruptions rouge
verdragen
supporter
de lepel
la cuiller
de vork
la fourchette
een bord
une assiette
