Voc. De Navigatione Sancti Brendani, X. 2 Flashcards
1
Q
Sacerdos
A
Sacerdotis
M/vr
Priester(es)
2
Q
Ut
A
Voegwoord
+conjuctief
Dat, opdat, zodat, om te
3
Q
Singuli
A
Singulae, singula
Elk afzonderlijk
4
Q
Cantare
A
Canto, cantavi, cantatum
Zingen
5
Q
Ita
A
Bijwoord
Zo
6
Q
Facere
A
Facio, feci, factum
Doen, maken
7
Q
Cum
A
Voegwoord
+ conjuctief
Toen, omdat, hoewel
8
Q
Sanctus
A
Sancta, sanctum
Heilig
9
Q
Ipse
A
Ipsa, ipsum
Zelf
Aanwijzend voornaamwoord
10
Q
In
A
Voorzetsel
• +ablatief: in, op
• +accusatief: naar, tegen
11
Q
Navis
A
Navis
Schip
12
Q
Coepisse
A
Coepi, coeptus sum
Beginnen
13
Q
Frater
A
Fratris
Broer, broeder
14
Q
Caro
A
Carnis
Vlees
15
Q
Portare
A
Porto, portavi, portatum
Dragen