Harius Potter: Namen + Betekenis (Extra Uur) Flashcards
1
Q
Sybill Trelawny
A
- leerkracht waarzeggerij
- een sybille = priesteres Apollo (waarzegsters)
2
Q
Caasandra Trelawny
A
- Grootmoeder Sybill
- Cassandra was een Trojaanse prinses die van Apollo het geschenk van de voorspelling kreeg
3
Q
Minerva McGonagall
A
- leerkracht gedaanteverwisselingen
- Minerva was de Romeinse godin van de wijsheid
4
Q
Remus Lupin
A
- leerkracht verweer tegen zwarte kunsten
- Remus: broer Romelus -> opgevoed door wolf (lupus)
-> Remus Lupin is een weerwolf
5
Q
Argus Filch
A
- conciërge Zweinstein
- Argus: monster met 100 ogen
- Personage houdt alles goed in de gaten
6
Q
Quirinus Quirrel
A
- leerkracht verweer tegen zwarte kunsten
- Quirinus wordt ook wel Janus in de mythologie genoemd -> wordt afgebeeld met 2 gezichten: vanvoor en vanachter
- Personage heeft ook 2 gezichten: de zijne + Voldemort
7
Q
Horace Slughorn
A
- leerkracht toverdranken
- dikke levensgenieter, net zoals dichter Horatius
8
Q
Pomona Sprout
A
- leerkracht kruidenkunde
- Pomona = Romeinse godin vruchten, oogst en landbouw
9
Q
Draco Malfidus
A
- jaargenoot Harry
- malus + fides = slecht + vertrouwen = onbetrouwbaar persoon
10
Q
Albus Dumbledore
A
- directeur Zweinstein
- albus = wit -> personage heeft witte baard
11
Q
Xenophilius Lovegood
A
- vader Luna, uitgever van ‘the Quibbler’
- ξ ε υ ο ς = vreemd
- ρ ι λ ω = houden van
-> hij houdt van vreemde dingen
12
Q
Olympe Maxime
A
- directrice van ‘Beauxbatons’
- maxime = zeer groot: superlatief magnus
- ze is een halfreus
13
Q
Severus Snape
A
- leerkracht toverdranken
- severus = streng
- strenge leerkracht