VO.2 - Radiologie Flashcards

1
Q

wat is het eerste onderzoek dat wordt gedaan bij een trauma?

A

CT-scan
- goed botstructuren zien
- onderscheid bloeding en infarct

Infarct: kort na trauma nog niet te zien op CT, wel op MRI
Als GEEN bloeding zichtbaar is –> toedienen van antistolling –> witte vlek (hyperdens op CT)
Als er wel bloeding –> GEEN antistolling geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar in de hersenen zit het vaakst een aneurysma?

A

Kan overal, maar vaakst in: mn anterieur
1. a cerebri anterior
2. a communicans anterior
3. a cerebri media op bifurcatie van de cirkel van willis –> dan bij scheuring subarachoidale bloeding

risico op ruptuur: 2-3% per jaar
Mn eerste weken na is er een verhoogde kans op een nieuwe bloeding met hoge mortaliteit –> daarom meestal coilling waarbij via een selectieve kateherisatie van het bloedvat dat richting het aneurysma loopt –> opvullen met coilling materiaal tot geen doorbloeding meer van aneurysma –> vervolgens verwijderen aneurysma

OF plaatsen van een clip op het aneurysma –> invasieve neurochirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is vaak de oorzaak van subarachnoidale bloedingen? wat is kenmerkend? wat is het AO?

A
  • gescheurd aneurysma van de a cerebri media
  • trauma: zeldzaam

Tussen Pia en arachnoidea
- acuut en ernstige hoofdpijn (nog nooit eerder gehad)

AO:
- CT-angiografie met contrast –> hierna met DSA = digitale subtractie angiografie verwijderen schedelcontouren waardoor alleen het contrast overblijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke type bloedingen zijn er?

A

Extracerebraal
1. Epiduraal:
- tussen periost en dura
- vaak vorm van een lens
- niet over de fissuren heen omdat dura vast zit op bepaalde punten
- meestal arterieel –> hierdoor meer acuut

  1. Subduraal
    - tussen dura en arachnoid
    - lastig onderscheiden van epiduraal omdat beide bliezen niet de contouren van de hersenen volgen
    - vaak veneus
    - kan wel over de fissuren heen
    - beweegt met het bot mee
  2. Subarachnoidaal
    - tussen arachnoid en Pia
    - spinvorming omdat Pia wel de contouren van de gerij volgt
    - meestal na ruptuurr van een intracranieel aneurysma

Intracerebraal = intraparenchymaal –> vaak oedeem vorming rondom de bloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is kenmerkend voor een laaggradige tumor?

A
  • geen opname van contrast in de massa door de bloed-hersen barriere
  • geen grillige vorm
  • geen midline shift

Kan op ten duur wel structuren beschadigen of op de dura drukken –> patient toch klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe kan oedeem onderscheiden worden van bloed?

A

Oedeem: hypodens –> zwart

Bloed: hyperdens –> wit
Door grote hoeveelheid eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe kan je op een MRI zien wat de graad is van de tumor? Welke is daarop een uitzondering?

A

Hoe hooggradiger, hoe meer aankleuring –> maakt de bloed-hersen barriere kapot

Meningeoom: kleurt altijd aan omdat extra-axiaal (in de meningen) ligt en niks te maken heeft met de bloed-hersen barriere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is vaak de aard van een CVA?

A

Meestal ischemisch

kan ook hemorragisch zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar komen ischemische CVA’s het vaakst voor?

A

Stroomgebied van de a cerebri media

Trombose in a basilaris –> stroomgebieden van de achterste vaten van beide kanten kunnen zijn aangedaan (a cerebri posterior en a cerebelli superior)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de aankleuring van een infarct?

A

Hypodens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een vaak voorkomende oorzaak van een ischemisch CVA?

A

Trombi uit het hart bvb door AF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij een pasgeboren kind werd reeds prenataal een meningomyelocele gediagnosticeerd. Hierbij ontstaat tijdens de ontwikkeling van de foetus een midline defect in het spinale kanaal. Dit kind heeft bovendien intracranieel een andere afwijking, die je kunt zien op de hier getoonde foto’s. Op foto 1 zie je een beeld van de uitgevoerde schedelechografie. Dit onderzoek kan alleen worden uitgevoerd bij jonge baby’s, wanneer de fontanel nog open is.

Waar heeft dit kind een verhoogde kans op?

A

Hydrocefalus doordat CSF niet goed kan worden afgevoerd door bijvoorbeeld een obstructie van het aquaduct
herkennen door vergroting van de ventrikels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe herken je een CT?

A

Zien dat het bot erg wit is (hyperlens)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat kan men zien op oudere leeftijd bij een scan van de hersenen?

A

Atrofie waarbij afname van hoeveelheid hersenweefsel –> kan passen bij bvb Alzheimer, maar hoeft niet pathologisch te zijn

Hierdoor lijken de ventrikels groter dan dat ze daadwerkelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke sinussen zijn er in het hoofd te zien op een CT?

A
  • sinus frontalis
  • sinus maxillaris
  • sinus ethmoidalis
  • sinus sphenoidalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij een fractuur van de voorwand van de sinus maxillaris, welke complicatie kan er optreden?

A

Infectie van het bloed

Of dat de orbita betrokken raakt