VO.1 microscopie anatomie en pathologie van longen en luchtwegen Flashcards

1
Q

In welke twee zones kan de tractus respirators worden ingedeeld? Wat verstaat men onder deze twee zones?

A

de upper respiratory tract (URT); neus, neusbijholten en de nasofarynx
en de lower respiratory tract (LRT); larynx, trachea, bronchiën, bronchioli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke drie lagen is de trachea van buiten naar binnen (naar het lumen toe)?

A
  1. de adventitia; losmazig en meer vezelig bindweefsel met o.a. bloed- en lymfevaten, zenuwvezels en vetweefsel; glad spierweefsel komt in bundels voor
  2. de submucosa; losmazig bindweefsel en klieren; kraakbeen
  3. de mucosa; epitheel, basale membraan, lamina propria (bindweefsel, kleine bloedvaatjes en witte bloedcellen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is functie van de trilharen?

A

door middel van beweging het bovenliggende slijm met schadelijke stoffen wegtransporteren van de longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is functie van de basale cellen?

A

differentiëren naar slijmbekercellen of trilhaarcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat het deel van de kraakbeenringen van de trachea die niet uit kraakbeen bestaan?

A

gladde spier; m. trachlearis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is kraakbeen?

A

een gespecialiseerde vorm van bindweefsel dat bestaat uit chondrocyten die in de ECM liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaan de kraakbeenringen in de trachea en aan het begin van de bronchiën? waaruit bestaat de matrix?

A

De kraakbeenringen in de trachea en aan het begin van de bronchiën bestaan uit hyalien kraakbeen, waarvan de matrix vooral bestaat uit collageen type II en proteoglycanen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn klieren en welke drie soorten onderscheiden we?

A

Klieren zijn instulpingen van het epitheel, waarin de epitheelcellen een gespecialiseerde secretie functie hebben.
1. Sereuze klieren;
Het secreet is eiwitrijk en de ronde kernen liggen midden in de epitheelcellen.
2. Muceuze klieren;
Het secreet is rijk aan glycoproteinen en de platte kernen liggen tegen de buitenkant van de cel weggedrukt.
3. Seromuceuze klieren; Een combinatie van muceuze en sereuze klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kleuren sereuze en muceuze klieren aan bij een HE-kleuring? en waarom?

A

Sereuze klieren; Deze cellen zijn donkerde gekleurd bij een E-kleuring, omdat er veel eiwitten in het cytoplasma zitten
Muceuze klieren; Deze cellen kleuren witter aan, omdat er veel water in het cytoplasma zit, doordat deze cellen veel suikers vasthouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat het epitheel van de mucosalaag?

A

het epitheel bestaat uit een laag cellen waarvan de kernen op verschillende hoogten liggen. De cellen zijn langgerekt en hebben aan de amicaal (lumen) zijde trilharen, daarom heet het meerrijig/pseudomeerlagig cilindrisch trilhaarepitheel. Tussen de trilhaarcellen bevinden zich slijmbekercellen en basale cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarmee is het geleidende deel van het ademhalingsstelsel bekleed?

A

respiratorisch epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar is de basale membraan dikker?

A

In de trachea is de basale membraan dikker. Bij rokers en astmapatiënten is dit membraan extra verdikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat de lamina propria

A

Laag van celrijk losmazig bindweefsel waarin veel elastische vezels, lymfocyten (vaak in concentraties) en bloedvaten voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarin vertakken de bronchiën zich? En daarna?etc.

A

Bronchiën - bronchiolen - bronchiolen respiratorii- ductuli alveolares - sacculi alveolares

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat bevatten de bronchioli niet dat de bronchiolen wel bevatten?

A

kraakbeen en klierweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar zitten de Clubcellen en wat doen ze?

A

Vooral un de kleine bronchioli zitten Clubcellen. Deze produceren surfactant, dat zorgt voor een verlaging van de oppervlaktespanning van de alveoli. hierdoor kan er makkelijker oppervlaktevergroting plaatsvinden.

17
Q

Waaruit bestaat de interalveolaire septa en waarmee is het bekleed?

A

bindweefsel met veel capillairen en ze zijn bekleed door epitheel cellen

18
Q

Welke twee soorten epitheelcellen bekleden de capillairen?

A
  1. Type 1 pneumocytem;
    - zeer platte cellen en daardoor moeilijk te zien in een preparaat.
    - vormen het epitheel van de alveoli doordat ze zich helemaal uitspreiden
    - kunnen niet delen
    - zorgen voor de gaswisseling
  2. Type 2 pneumocytem;
    - ronde cellen die in de alveolaire ruimte uitpuilen
    - produceren surfactant
    - komen vaker voor dan type 1
    - hebben een stamcel eigenschap; ze kunnen zich vermenigvuldigen en differentieren tot type 1 pneumocyten
    - donkerder van kleur
19
Q

Welke lagen passeert zuurstof vanuit de longen naar het bloed?

A
  1. epitheel (type 1 en 2 pneumocyten)
  2. basale membraan alveoli
  3. interstitiële ruimte (soms afwezig als capillair tegen epitheelwand ligt)
  4. basale membraan capillair
  5. endotheel capillair
  6. lumen
20
Q

Hoe ontstaan hartgebrek cellen?

A

door kleine bloedingen in de alveoli die het gevolg zijn van stuwing in de longvaten door een onvoldoende functionerende linkerharthelft

21
Q

Wat is longfibrose?

A

Een verbindweefseling van met name de sepia van de alveoli. Samen met de ijzerroest kleurt het de long bruin; bruine indicatie.

22
Q

Wat is acute respiratory distress syndrome aka shocklong? Hoe ontstaat het?

A

Bij shocklong of ARDS zijn in de alveoli zowel de eptiheelcellen als de endotheelcellen beschadigd, er is sprake van diffuse alveolaire schade. Het ontstaat door shock, dat weer het gevolg kan zijn van ernstig bloedverlies of blootstelling aan toxische stoffen.

23
Q

Wat zijn de gevolgen van shocklong aka ARDS?

A

Ontstekingsreacties en longoedeem waardoor er roze gekleurdd materiaal langs de wanden van de alveoli ontstaat; hyaliene (glasachtige) membraan. Dit bestaat uit restmateriaal van dode cellen en vezels

24
Q

Waar zorgt het hyaliene membraan voor? Wat zijn hiervan de gevolgen?

A

Het hyaliene membraan zorgt voor een blokkering van de wanden van alveoli waardoor de gasuitwisseling minder goed verloopt. De gevolgen voor de gaswisseling zijn ten eerste dat de alveolaire sepia door het oedeem verbreed waardoor de diffusieweg langer wordt. ten tweede vormt het hyaliene membraan een barrière voor de diffusie van O2 (minder voor CO2).

25
Q

Wat is idiomatische longfibrose?

A

Longfibrose zonder oorzaak. Meestal kan die oorzaak worden gezocht in erfelijke afwijkingen of in de omstandigheden waarin een patiënt heeft geleefd.