HC.4 Gasdiffusie Flashcards
Uit welke drie stappen bestaat het gastransport?
- ventilatie
- diffusie
- perfusie
Welke generatie is de trachea en tot de hoeveelste generatie gaan de geleidende luchtwegen?
trachea is generatie 0 en de geleidende luchtwegen lopen tot generatie 16
Wat is er in de 17de tot 23ste generatie?
de gaswisselingszone
Hoe heet het gedeelte waar geen gaswisseling plaatsvindt?
de anatomische dode ruimte
Hoeveel mL omvat de anatomische dode ruimte?
150mL
Hoeveel longblaasjes hebben we gemiddeld?
Wat is de oppervlak?
300-500 miljoen
107m2
Hoe dun is het alveolo-capillaire membraan?
0,3μm
Hoeveel bloed bevat het capillair netwerk gemiddeld?
80mL bloed
Welke druk heeft de zuurstof in de anatomische dode ruimte? En CO2?
gelijk aan de partiële druk van de buitenlucht
PlO2= 150
PlCO2= 0
Wat gebeurd er in de anatomische dode ruimte met de lucht?
Er vindt verdunning van de lucht plaats omdat er ook waterdamp aanwezig is in de anatomische dode ruimte
Wat is partiële druk van zuurstof in de alveoli? En van CO2?
PA O2= 102
PA CO2= 40
Wat is de definitie van diffusie?
Passief proces door verschil in partiële druk
Wat is de partiële zuurstof en koolstofdioxide druk die aangevoerd wordt naar de circulatie in een ideale situatie?
Gelijk aan de partiële drukken in de alveoli;
PA O2= 102
PA CO2= 40
Waarom wordt er CO gebruikt voor de diffusiecapaciteitstest en geen O2?
De affiniteit van CO voor hemoglobine is zo hoog (230X die van O2) dat er geen partiël drukverschil is tussen de alveolaire pCO of de capillaire pCO. Hierdoor vindt er gedurende de gehele verblijfstijd in het capillair diffusie plaats van CO. Voor het meten van de zuurstofspanning zijn ingewikkelde ingrepen nodig die onrealistisch zijn wanneer iemand vaak zijn difussiecapaciteit moet laten meten.
Waarom gebruiken we CO en geen N2O?
N2O is perfusie-afhankelijk (pas weer transport bij nieuwe hartslag)
CO is diffusie-afhankelijk