VO week 4 Flashcards

1
Q

Waar denk je aan bij een secundaire groeistoornis?

A

 Endocriene stoornissen:
- Geïsoleerde of multipele hormoonuitval
 Chronische ziekten in orgaansysteem:
-Hartafwijkingen
-Nierziekten, darmziekten, taaislijmziekte, metabole stoornissen
 Iatrogeen:
-Glucocorticoïden, bestraling
 Emotionele deprivatie
 Malnutritie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar past een afbuigende groeicurve beter bij?

A

een secundaire groeistoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarbij zie je te lage IGF-I waardes?

A
  • GH deficiente
  • GH resistenti
  • tengere lichaamsbouw
  • leverziekten
  • chronische ziekten
  • hypothyreoidi
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan je GH testen?

A

Met clonidine en argininee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

DD klierschijfjes (borstontwikkeling) bij een meisje van 2,5

A

Infantiele mammoplasie(minipuberteit), centrale pubertas praecox eci/RIP
hersenen, perifere pub praecox (E2 producerende tumor, McCune
Allbright), externe E2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe zie je centrale pubertijd bij jongens?

A

testes groei 4 ml en groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe zie je centrale pubertijd bij meisjes

A

borstontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer te vroege pubertijd ontwikkeling

A

bij jongens voor hun 9e
bij meisjes voor hun 8e

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly