VO's en ZO's week 10 Flashcards
Afkomst van carcinoom, lymfoom en sarcoom
Carcinoom: epitheelcellen
Lymfoom: hematologische cellen
Sarcoom: steun- en bindweefselcellen
Opbouw van de schildklier
Schildklier is opgebouwd uit follikels. De binnenkant van zo’n follikel is een rozige colloid massa. Aan de buitenkant van het follikel liggen allemaal kernen op een rijtje: de follikel epitheelcellen.
2 functies van de schildklier
- Groei en metabolisme: door productie van T3 en T4
- Calciumhuishouding: door productie calcitonine
Waardoor wordt T3 en T4 gemaakt?
follikel epitheelcellen
Waardoor wordt calcitonine gemaakt?
parafolliculaire cellen (c-cellen), deze liggen tussen de follikel epitheelcellen
Hoe zorgt calcitonine voor verlaging van calcium?
Remmen osteoclasten
Remmen absorptie in de dunne darm
Remmen reabsorptie in de nier
thyreoglobuline
De follikelepitheelcellen produceren thyreoglobuline onder invloed van jodium, het wordt dan als reserve opgeslagen in het follikel. Wanneer het nodig is, activeren de follikel epitheelcellen uiteindelijk het thyreoglobuline om actief T4 te maken.
Struma van de schildklier
Als gevolg op lange termijn van sterke fluctuaties in de TSH en T3/T4 spiegels is het optreden van compensatoire massatoename van de schilklier, om de lage T3/T4 spiegels te compenseren. Eerst is dit diffuus, later nodulair: de hele klier wordt onregelmatig. Histologisch wordt er regressie, ontsteking, verlittekening, verkalking en soms zelfs verbening te zien. Er is sprake van hyperplasie en hypertrofie. Er is echter geen verandering in de hormoonsynthese.
Endemisch struma
Kwam vaak voor in bergachtige gebieden, door te weinig jodium in het voedsel.
Medullair carcinoom
C-cellen
Maligne en zaait uit
Polymorf, raar van vorm en atypische mitose
Tumor niet scherp begrensd
papillair carcinoom
Follikel epitheelcellen
Maligne en zaait uit
orphan annies kernen
lymfogene metastasering
Anaplastisch carcinoom
Slechtste prognose: zeer snel groeiende tumor, met veel necorse en veel atypie en hoge mitose index.
Vaak mutaties in P53
Bijschildklieren
Kunnen variëren in aantal (3-6) en plaats (in de schildklier tot aan de thymus). Het zijn kleine vetbolletjes, die voornamelijk bestaan uit chiefcells (epitheelcellen). Een ander niet-epitheliaal celtype dat voorkomt in de bijschildklier zijn vetcellen en oxyfiele cellen.
Functie chiefcells in bijschildklier
Produceren PTH: dit is een hormoon dat de calciumspiegel verhoogt. Dit is een antagonist van calcitonine uit de schildklier. PTH zet osteoclasten aan tot resorptie van bot, zorgt voor opname van calcium in de dunne darm en meer terugresorptie in de nieren.
Waardoor ontstaat romp adipositas bij hypercortisolisme?
Door verhoogd cortisol is ook de gluconeogenese actief. Hierdoor zal er meer glucose in het bloed zitten, wat leidt tot een verhoogde insuline-afgifte. Insuline zorgt voor meer vetopslag. Dit gebeurt vooral in de buik, rug/schouders en gezicht.