VO. 2 microscopische anatomie en pathologie van mond tot maag Flashcards
welk weefseltype bekleed de buitenzijde van de tong?
de buitenzijde van de tong is bekleed met meerlagig gemengd plaveiselepitheel.
direct hieronder ligt een lichte structuur: de lamina propria (losmazig bindweefsel
dit samen vormt de mucosa
wat voor soort weefsellaag ligt onder de submucosa?
spierweefsel, dit is dwarsgestreept en ligt ingebed tussen losmazig bindweefsel.
door spierbundels in verschillende richtingen kan men de tangspier goed alle kanten op bewegen. –> donkerrode.
welke papillen zijn er op de tong?
- papillae filiformis
- papillae fungiformis
- papillae circumvallatae
- papillae foliatae
wat kun je zeggen over de papillae filiformes?
- hij is draadvormig
- steken boven het tongoppervlak uit –> maken het oppervlak ruw
- ze hebben geen smaakorgaantjes
- de papillen schrapen het voedsel op en helpen voedsel weg te duwen
- sterk gekeretaniseerd als bescherming tegen de mechanische krachten
wat kun je zeggen over de papillae fungiformes?
- papillen in de vorm van een paddenstoel
- een beetje verheven
- smaakbekers aan de bovenzijden
wat kun je zeggen over papillae circumvallatae?
- grote papillen
- omgeven door een smaakgroeve
- smaakorgaantjes aan de zijkant
- sereuze kliertjes dumpen hun inhoud in de smaakgroeve en spelen de groeve schoon zodat er meer kan worden geproefd door de smaakorgaantjes
- ze bevinden zich meer in het midden of achterin de tong en zijn vierkanter van vorm
wat kun je zeggen over papillae foliatae?
- bolvormige papillen met witte gangetjes erin
- de smaakbekers zijn aan de zijkanten gelokaliseerd
- ze bevinden zich aan de zijkant van de tong
wat doen smaakorgaantjes?
die registreren de aanwezigheid van organische stoffen en rapporteren dit aan het centrale zenuwstelsel via afferente zenuwen.
welke drie grote speekselklieren liggen in de tong?
- de glandula submandibularis: onder de onderkaak gelegen en bevat sereuze en muceuze klieren waarbij de sereuze klieren domineren. deze speekselklier produceert het meeste speeksel
- de glandula sublingualis: onder de tong gelegen en bevat sereuze en muceuze klieren waarbij de muceuze klieren domineren
- de glandula parotis: ter hoogte van het oor bij de kaak en bevat enkel sereuze klieren. deze klier is de grootste speekselklier. je ziet veel vetcellen
hoe kun je verschil zien tussen klieren op een preparaat?
- er zijn sereuze klieren ( deze zijn donker gekleurd cytoplasma)
- er zijn muceuze klieren (lichter gekleurd cytoplasma)
wat kun je zeggen over muceuze cellen?
- maken mucus met glycoproteinten die water aantrekken
- het water drukt de kernen weg en zorgt voor een lichtgekleurd gevacuoliseerd cytoplasma met een basaal liggende plat-ovale kern
- de glycoprotein kan men donkerpaars aankleuren met een PAS-kleuring
- functie: veel slijm en water om te kunnen slikken
wat kun je zeggen over sereuze cellen?
- liggen in de buurt van de papil in het subepitheliale bindweefsel en monden uit in de smaakgroeves
- zorgen voor de spoeling van de smaakgroeves, zodat men goed kan proeven.
- ze maken eiwitten zoals amylose
- donker gekleurd, de kern is rond en centraal gelegen.
hoe zijn de lagen in de tand?
- dentine: tandbeen; geeft primaire vorm aan de tand
- glazuur: buitenbekleding van dertien, gelokaliseerd waar tand buiten het tandvlees uitsteekt
- cement: buitenbekleding van het dertien op alle plaatsen binnen het tandvlees of de kaak.
wat maakt een odontoblast?
predentine en dentine
wat kun je zeggen over dentine?
- is steviger dan bot
- geen bloedvaten
- in het dentine worden ook door odontoblasten glycoproteinen en calcium afgezet
- dit calcium maakt de tand nog harder.