HC. 5 microscopie anatomie en pathologie van de tractus digestivus, 'van maag tot anus' Flashcards

1
Q

wat is de functie van de maag?

A

het kneden van de bolus en de productie van maagzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke cellen zijn aanwezig in de maag?

A
  • parietale cellen
  • mucuscellen
  • hoofdcellen
  • slijmnap cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn parietale cellen?

A

met een grote celkern met kleine nucleus en heel veel donker cytoplasma. ze zijn verantwoordelijk voor de productie van 1,5 - 2 liter maagzuur per dag. het produceert ook de intrinsic factor –> nodig voor opname van vitamine B12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar is vitamine B12 belangrijk voor?

A

voor hematopoese en wordt opgenomen in de dunne darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn mucuscellen?

A

het cytoplasma van deze cellen is helder en vol slijm. het slijm beschermt de maag tegen het zuur. deze cellen produceren ook water, glycoproteinen en surfactant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn hoofdcellen?

A

zij hebben een donker, korrelig cytoplasma. dit komt door de aanwezigheid van veel endoplasmatische reticulum. er wordt veel proteïne geproduceerd, namelijk pepsinogeen. dit kan omgezet worden in pepsine wat zorgt voor de afbraak van eiwitten. ze produceren ook andere stoffen zoals lipase en hormonen als leptine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn slijmnap cellen?

A

zijn voornamelijk gelegen in de bovenste laag van het epitheel. deze bestaan uit cilindrisch epitheel, met de celkern aan de basale zijde. door deze cellen wordt mucine, water en gastbric surfactant geproduceerd, wat de maagcellen beschermt tegen de zure omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

op welke verschillende manieren reageren endocriene cellen?

A
  • ECL-cellen: endocriene cellen in de buurt van parietale cellen, welke histamine afgeven, wat de parietale cellen stimuleert om zuur te produceren.
  • Endocriene cellen in het antrum van de maag:
    1. G-cellen: maken gastrine, wat de parietale cellen activeert.
    2. D-cellen: maken somatostatine, wat de zuurproductie afremt door het remmen van de protonpompen in de parietale cellen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe is de maag onderverdeeld?

A
  • cardia: veel mucus producerende cellen, om zo min mogelijk reflux van maagzuur in de oesophagus te krijgen.
  • fungus: klierweefsel, wat zuur en pepsinogeen produceert
  • rondom pylorus: minder klierweefsel en minder hoofdcellen aanwezig, maar voornamelijk veel slijmproducerende cellen om het maagzuur te neurtaliceren
  • corpus: veel partiële cellen en ECL-cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

maagzuur en pepsine zijn allebei toxisch, hiervoor zijn er bescherming mechanismen. welke zijn dit?

A
  • G- en D-cellen: geven feedback aan parietale cellen, zodat er een balans ontstaat
  • Slijmbekercellen: zitten dicht op elkaar, welke surfactant maken en de onderliggende cellen hierdoor beschermen tegen de zure omgeving.
  • Acute reparatie: het basale en laterale celmembraan is heel gevoelig voor schade. Als er toch schade ontstaat, is er een mechanisme (hyperemie) waardoor er lokaal meer bloed wordt aangevoden en regeneratie wordt gestimuleerd, zodat er snel een nieuw endotheel wordt gevormd. Tijdens de reparatie wordt extra beschermd slijm geproduceerd om de cellen te beschermen.
  • Anatomie: de parietale cellen en hoofdcellen liggen voornamelijk in de fundus van de maag. Bij de cardia en antrum zitten veel slijmproducerende cellen welke zorgen voor neutralisatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat kun je zeggen over de bacterie: helicobacter pylori?

A

Kan hechten aan epitheelcellen  geeft daar toxische substanties af  acute (eosinofiele en neutrofiele) en chronische reactie (lymfocyten en plasmacellen) van het lichaam.
Gevolgen:
- Maagbloedingen kunnen ontstaan
- Zuurproductie gaat omhoog, verhoogde gastrinelevels  schade nog groter

Als de schade onbehandeld is, ontstaat er een defect in de maagwand. Het intacte slijmvlies gaat abrupt over in een gat, een ulcus, waar geen slijmvlies en dus geen bescherming meer is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is aanwezig in de mucosa van de dunnedarm?

A
  • enterocyten
  • goblet cellen (slijmbekercellen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn eigenschappen van enterocyten?

A
  • Staan in contact met elkaar, maar ook met bloedvaten en lymfevaten.
  • Cilindrisch van vorm, met grote celkern welke basaal gelegen is.
  • Tussen de microvilli zit slijm, glycocalyx
  • Hierin zijn verschillende soorten enzymen aanwezig, welke de laatste stukjes voedsel afbreken
  • Ze nemen vetzuren samen met cholesterol op –> chylomicronen –> transport naar lymfe
  • Aminozuren worden actief opgenomen in de enterocyten en afgegeven aan het bloed.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn paneth cellen?

A

In de instulpingen, crypten, zijn andere cellen aanwezig. Hier zitten stamcellen die een bron vormen voor regeneratie van epitheelcellen. Naast de stamcellen zijn gespecialiseerde Paneth cellen. Deze cellen zijn granulair en produceren lysozymen, belangrijk voor de versterking van de afweer. De cellen zorgen voor de stamcellen en kunnen ook de stamcellen reguleren en stimuleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat gebeurt er in het duodenum?

A

hier is veel meer slijm nodig voor de neutralisatie van het maagzuur. In de submucosa zitten hiervoor Brunner klieren. Deze klieren produceren bicarbonaat en glycoproteinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat kun je zeggen over het oppervlak van de colon?

A

In de colon is er eenzelfde soort mucosa aanwezig. De mucosa is heel vlak slijmvlies en bevat geen uitstulpingen, heeft tubulaire structuren  crypten zonder villi
Er zijn meer slijmproducerende cellen (goblet cellen) en minder enterocyten aanwezig.
Er zijn ook neuro-endocriene cellen aanwezig.

17
Q

wat kun je zeggen over Morbus Crohn en Colitis ulcerosa?

A

Op het epitheel zijn bacterien aanwezig. Bij patienten met IBD is de paneth cell functie verschoven naar normaal.
Colitis ulcerosa: de hele mucosa is rood door de ulcera en toegenomen doorbloeding. In het luminale gedeelte van de darmwand vindt een ontsteking plaats.
Morbus Crohn: de ziekte is vaak lokaal maar diepgaand en dit veroorzaakt enorme vernauwingen en fistelvorming.

Mogelijke oorzaken: genetisch of familiaire IBD, roken, stress of ongezonde voeding