Vlaamse landschappen Flashcards

1
Q

oppervlakte België

A

30528km²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

klimaat België

A

gematigd zeeklimaat, matige temperaturen, westenwinden, sterke bewolking en regelmatige neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geografisch kan België in 3 delen worden opgedeeld

A
  • Laag-België
  • Midden-België
  • Hoog-België
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

laag België hoogte

A

tot 100m hoogte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

midden-België hoogte

A

100-200m hoogte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoog-België hoogte

A

200m - >500m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat vormt het Laagland van Belgie

A

Laag- en Midden-België

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoogste punt België

A

Signal de Botrange (694m)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoogste punt Vlaanderen

A

Remersdaal in Voeren (287m)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Laag-België: wat ligt er achter de kust?

A

polders -> vruchtbaar land dat vroeger regelmatig door zee werd overspoeld, maar nu drooggelegd en door sluizen tegen getijdenwerking wordt beschermd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Laag-België: Vlaamse laagvlakte landschap

A

zandstreek met aantal heuvels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Laag-België: Kempen landschap

A

dennenbossen, weiland, maïsvelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Midden-België: landschap

A

lage leemplateaus die vruchtbaarste grond van België vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Midden-België: Henegouwen en Haspengouw gebruik vruchtbare grond

A

grote boerderijen, akkers en weiland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoog-België kenmerk

A

dunst bevolkt maar meest bosrijke deel van België

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoog-België: grond

A
  • vruchtbaar
  • valleien
  • weilanden
  • grotten
  • bossen
  • wijngaarden
17
Q

streken belgië blinde kaart

A

ok

18
Q

Kuststreek: Noordzee

A

bekkenzee waarin sedimenten door rivieren aangevoerd worden -> veroorzaakt stroming evenwijdig met kust

19
Q

Kuststreek: hoe ontstaan zandbanken?

A

door stroming ontstaan zandbanken evenwijdig met kust die door aanvoer van nieuw materiaal opgehoogd worden en bij eb boven zeeniveau liggen

20
Q

Kuststreek: hoe ontstaan duinen?

A

door wind wordt zand op zandbanken opgewaaid tot duinen

21
Q

Polders: hoe ontstaan?

A

land werd regelmatig overspoelt door zee en liet daarbij diepe geulen of kreken achter -> slecht voor landbouw

22
Q

Polders: hoe beschermt men land tegen overstromingen nu?

A

door dijken en grachten aan te leggen -> land winnen op zee en gebieden werden drooggelegd en vruchtbaar gemaakt voor landbouw

23
Q

Polders: kenmerken akkers

A

hoger gelegen, onregelmatig perceelpatroon, omringd met scherm van bonen of met houtkanten

24
Q

Polders: weilandpercelen kenmerken

A

lager gelegen en door talrijke grachten doorkerfd

25
Q

Zandig Vlaanderen: kenmerken

A

bodem is zandig, weinig vruchtbaar en waterdoorlatend = groot aantal weidegrond, vooral maïs

26
Q

Zandig Vlaanderen: Meetjesland en Brugse Ommeland

A

vlak, voorzien van grachten en bomenrijen, vergelijkbaar met polders

27
Q

Zandlemig Vlaanderen kenmerken

A

zandleemgronden zijn overwegend vruchtbaar -> afwisseling van akkers en weilanden

28
Q

Zandlemig Vlaanderen: landbouw

A

graanteelt, bomenkwekerijen, melkproductie

29
Q

Groentestreek: bodem

A

zand en zandleem

30
Q

Groentestreek: kenmerken

A

veel serres, groenten hebben lichte bodem nodig die al vanaf vroege voorjaar bewerkt en gedraineerd kan worden

31
Q

Kempen: hoe ontstaan

A

stormen brachten zand aan uit droogliggende Noordzee, arme zandgronden bedekt door bosvegetatie, door warmer en vochtiger klimaat kwam veen tot ontwikkeling

32
Q

Kempen: waar werden vennen gevormd?

A

op plaatsen waar klei of ijzerzandsteen de grond ondoorlatend maakte

33
Q

Kempen: ijzer

A

belangrijke bron voor ijzererts

34
Q

Kempen: landbouw

A

niet geschikt voor landbouw, wel voor veeteelt -> in middeleeuwen leidde dat tot overbegrazing en degradatie van bos

35
Q

Kempen: belang zand in Mol

A

economisch belangrijk voor productie van glas en porselein, kanalen gegraven voor irrigatie en transport van zand

36
Q

Kempen: Mol

A

industrialisatie voor zand waardoor er woonwijken rond de fabrieken berden gebouwd

37
Q
A