klimaat (zeestromen) Flashcards

1
Q

zeestromen

A

driften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe ontstaan zeestromen?

A
  • zonne-energie
  • wind
  • waterdichtheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe helpt wind het ontstaan van zeestromen?

A

transport oceaanwater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe helpt zonne-energie het ontstaan van zeestromen?

A

creëert luchtverplaatsing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe helpt waterdichtheid het ontstaan van zeestromen?

A

zout vs zoet water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

doel zeestromen

A

warmte-energie op aarde herverdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

term verplaatsing van warme en koude zeestromen op aarde

A

thermohaliene circulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

werking thermohaliene circulatie

A
  • water aan evenaar warmt op en zet uit
  • warm water verplaatst richting polen + koelt onderweg af
  • op polen -> afwijking naar rechts (N halfrond) of links (Z halfrond)
  • koud water verplaatst naar evenaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een golfstroom?

A

warme zeestroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar ontstaat de golfstroom?

A

in de Golf van Mexico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

traject golfstroom

A

1) via noordelijke Atlantische Oceaan -> Europa
2) via Noordzee tot Noordelijke IJszee
3) continu aanvoer warm water van Mexico naar Europa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gevolg golfstroom

A

relatief milde winters en ijsvrije havens in EU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

antarctische ringoceaan of westenwinddrift

A

koude zeestroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar ontstaat de westenwinddrift

A

in Zuidelijke Oceaan rondom Antarctica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

werking westenwinddrift

A
  • sterke stroming, grote opp.
  • warm oceaanwater ontoegankelijk
  • continu koud water
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gevolg westenwinddrift

A

ijskap Antarctica

17
Q

A

A

tropisch klimaat

18
Q

B

A

droog/woestijnklimaat

19
Q

C

A

gematigd klimaat

20
Q

D

A

landklimaat

21
Q

E

A

polair of poolklimaat

22
Q

bij hoofdklimaaten A,C&D

A

f = geen droge periode
s = zomer droog
w = winter droog

23
Q

bij hoofdklimaat B

A

w = woestijn (droog en dor)
s = steppe (8-9 maand droogte)

24
Q

bij hoofdklimaat E

A

f = eeuwige sneeuw
h = eeuwige sneeuw in hooggebergte
t = toendra

25
Q

classificatie belgië

A

Cf = gematigd klimaat, geen droge periodes

26
Q
A