Visual Evoked Potentials Flashcards

1
Q

Anatomie/fysiologie visuele systeem

A

Licht via hoornvlies, lens, glasvocht naar retina, daar licht omgezet in elektrische pulsen.

N. opticus - chiasma opticum (gedeeltelijke kruising zenuwvezels (vezels neuskant kruisen, dus buitenste gezichtsveld) - tractus opticus - corpus geniculatum laterale (schakelstation in thalamus) - radiatio optica - hersenschors (occipitaal).

Afbeelding in klapper!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

PVEP, uitvoering, voorwaarden

A

Voorwaarden:
- gezichtsscherpte minstens 0,4, liefst 1,0.
- fixeren mogelijk.
- pupil groot.

Gezichtsveld is maximaal 160* voor elk oog. Meten liefst bij 25-30 boogminuten.

Middelen om N70, P100 en N145 eruit te onderscheiden (amplitude en latentie meten).

Tabel 1 in klapper!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Normale waarden VEP

A

Afhankelijk van onderzoek, per laboratorium zelf bepalen.

Verschil mannen en vrouwen (mannen steeds later, vrouwen u-vorm in grafiek).

Verschil amplitude links/rechts van >50% afwijkend.

Verschil latentie links/rechts >10 ms afwijkend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Origine VEP-componenten

A

P100: (waarschijnlijk) uit primaire visuele schors (occipitaal, centrale gezichtsveld).

P135: bij halfveld stimulatie, pariëtale gebieden, buitenranden gezichtsveld (is bij volveld niet herkenbaar).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Afwijkingen PVEP, 3 mogelijkheden

A
  • Uitval P100: door ernstige stoornis in centrale zien, P135 wel aanwezig, lijkt dan erg verlengde P-top
  • W-configuratie: P100 aanwezig, maar klein t.o.v. P135, stoornis in centrale zien, minder erg.
  • P100 vertraagd: beide aanwezig, P100 overheerst, dus P135 niet duidelijk te onderscheiden, geheel is iets vertraagd.

Maximale amplitude normaal mid-occipitaal, in het algemeen symmetrisch, asymmetrie >50% afwijkend, dan kan afwijking in of achter chiasma opticum zitten, vaak juist aangedane kant grotere amplitude.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Halfveld-stimulatie, afwijkingen

A

Ipsilateraal (O1 en T5 of O2 en T6): een P100 met daarnaast een N70 en N145.

Contralateraal: rechte lijn of P70, N105, P135 complex (omgekeerd van andere zijde).

Afwijking: vermogen om halfveld te zien weg, dan geen VEP.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Strategie VEP-onderzoek

A

Geen afwijkingen bij 30 boogminuten, dan boogminuten veranderen/andere blokgroottes.

Contrast tussen witte en zwarte blokken aanpassen, bij MS brengt verlagen van contrast stoornissen aan het licht.

Wanneer er bij volveld alleen een P135 lijkt, dan halfveld onderzoeken.

Halfveld doen wanneer vermoed wordt dat de afwijking in of achter het chiasma opticum ligt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pathologie, oogafwijkingen (lui oog, glaucoom, visusdaling, hysterische blindheid)

A

Lui oog (amblyopia ex anopsia): vorm en latentie normaal, amplitude laag, bij kleine blokken vervormd.

Glaucoom: P100 kan geheel verdwijnen, delen van retina werken niet goed, uitval delen gezichtsveld (scotomen), vaak medicijn dat pupil vernauwd.

Visusdaling: visus <0,4 geeft vervorming van P100.

Hysterische blindheid: VEP normaal, maar patiënt zegt niets te zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Pathologie, neuritis optica, tumoren

A

Neuritis optica: myeleineschede van n. opticus is aangedaan, 90-95% afwijkende PVEP.

Ook stille laesies kunnen worden aangetoond (bijv. bij MS).

Hypofysetumor: gezwel bij chiasma, druk op chiasma, functie achteruit.

Bij gebruik medicatie is volgen verloop van visuele stoornissen van belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pathologie, diffuse cerebrale aandoeningen

A

VEP’s vaal afwijkend bij cerebrale aandoeningen als ischaemische stoornissen, Parkinson, Alzheimer.

Meestal verlenging latentie P100.

Diabetes mellitis: zowel n. opticus als in traject tussen chiasma en visuele cortex kunnen stoornissen voorkomen.

Medicamenten en giftige stoffen kunnen invloed hebben op VEP’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

VEP bij kinderen

A

Jonge kinderen vaak flitsVEP, geen medewerking voor nodig.

Indruk krijgen van rijping visuele systeem. Rijping blijkt uit toenemende myelinisatie, snellere impulsgeleiding en kortere latenties.

Prognose voor zien van kinderen ermee maken.

Gebruikt voor diagnostiek (samen met ERG en EEG) van aangeboren metabole afwijkingen en erfelijke ziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly