Virologie Flashcards
Geef enkele kenmerken van een virus
- kleinst gekend infectieus agens ( 20-300nm)
- geen cel en eigen stofwisseling, geen enzymen en ribosomen
- leeft ten koste van ander organisme ( vermenigvuldigen door controle gastheer)
- altijd pathogeen ( komen niet commensaal voor)
- bevatten 1 nucleïne zuur DNA/RNA
- omgeven door capside en soms enveloppe
Welke 2 vormen zijn er van virussen
Animale virussen en bacteriofagen
A:
- gebruiken dierlijk/menscel als waardecel
- meestal kubisch/veelhoekig ( met ev spikes) of spiraalvormig
- soms bedekt met EW waardoor ze GHcellen kunnen aanvallen en binnendringen
B:
- gebruiken Bac als waardecel
- complex met bijkomende structuren ( kop, staat, voetplaat, tentakels)
Wat is het virion? Wat is het capside? Wat is een enveloppe? Wat zijn spikes? Naakte virus?
= rijpe infectieus deeltje ( DNA/RNA omgeven door eiwitmantel en al dan niet envelope)
= eiwitmantel met subeenheden (=capsomeren) dat vorm van virus bepaald en beschermt nucleinzeuur tegen nucleases (= enzymes) + bevordert aanhechting
= komt voor bij dierlijke virussen ( bestaat uit lipiden, eiwitten en koolhydraten)
= enveloppe bedekt met uitsteeksels bestaande uit koolhydraat en eiwitcomplexen die alleen passen op receptor eiwitten van GHcel en + vermogen voor hemagluttinatie ( vb: influenza= binden aan RBC en vormen bruggen tussen cellen)
= zonder enveloppe met capside
Leg de vermenigvuldiging van virussen uit
Replicatie=
1) vasthechting aan celwand van waardcel (= specifiek met sleutel slot mechanisme vb HIV en Immuunsysteem en polio en gastroin en zenuwcellen)
2) penetratie = dringt binnen en dumpt genetisch materiaal via fagocytose of membraanfusie
3) synthese = waardcel = slaaf moet nieuwe virus componenten aanmaken ( nucleinezuren en eiwitten) en bouwstoffen WC gebruikt gevolg is uitputting
4) rijpingsproces en vorming nieuwe virussen
5) cel vol -> barst -> dood -> vrij
6) gaan daarna op zoek naar nieuwe cel
Waarom moeilijk om meds te ontwikkelen
Bij virusreming ook remming eigen stofwisseling + ons lichaam maakt antistoffen maar V ontsnappen door mutatie van hun opp eiwitten waardoor ze niet kunnen binden ( vb = influenza verandert van chem samenstelling dus keer op keer ziek)
Wat is het verschil tussen DNA en RNA virus?
DNA:
- dubbele ketens
- vermenigvuldigen door viraal dna polymerase
RNA:
- enkele ketens
- gewone of retro
- Gewone RNA polymerase
- retro wordt terug vertaald naar DNA met enzym reverse transcriptase