Verslaving en middelenmisbruik Flashcards
Stoornissen in het gebruik van middelen en verslavingsstoornissen
(1) Individu vertoont een onaangepast patroon van middelengebruik dat leidt tot aanzienlijke beperkingen of stress
(2) Aanwezigheid van tenminste 2 van de volgende symptomen binnen een periode van 1 jaar:
- De middelen worden vaak gebruikt in grotere hoeveelheden of gedurende een langere periode dan de bedoeling was
- Onsuccesvolle pogingen of aanhoudend verlangen om het middelengebruik te verminderen of onder controle te krijgen
- Veel tijd besteed aan het verkrijgen, gebruiken of herstellen van de effecten van middelengebruik
- Niet nakomen van belangrijke rolverplichtingen op het werk, op school of thuis als gevolg van herhaaldelijk middelengebruik
- Voortdurend gebruik van middelen ondanks aanhoudende sociale of interpersoonlijke problemen die worden veroorzaakt door het beëindigen of verminderen van belangrijke sociale, beroepsmatige of recreatieve activiteiten als gevolg van het middelengebruik
- Het blijven gebruiken van de middelen in situaties waarin het gebruik lichamelijke risico’s met zich meebrengt
- Het blijven gebruiken van de middelen ondanks het besef dat het een lichamelijk of psychisch probleem veroorzaakt of verergert
- Verlangen naar de middelen
- Tolerantie-effecten
- Ontwenningsverschijnselen