Stoornissen bij ouderen Flashcards

1
Q

Delirium

A

Vertroebeling van het bewustzijn (van de omgeving) –> leidt tot verkeerde interpretaties, illusies en soms hallucinaties
(1) In de loop van uren of een paar dagen ervaart de persoon snel bewegende en fluctuerende stoornissen in zijn aandacht en oriëntatie op de omgeving
(2) Individu vertoont ook een significante cognitieve stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Major Neurocognitieve Stoornis

A

(1) Individu vertoont substantiële achteruitgang op tenminste 1 van de volgende gebieden van cognitief functioneren: geheugen en leren, aandacht, perceptueel-motorische vaardigheden, planning en besluitvorming, taalvermogen, maatschappelijk bewustzijn
(2) Cognitieve tekorten belemmeren de dagelijkse onafhankelijkheid van het individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Milde Neurocognitieve Stoornis

A

(1) Individu vertoont een bescheiden achteruitgang op tenminste 1 van de volgende gebieden van cognitief functioneren: geheugen en leren, aandacht, perceptueel-motorische vaardigheden, planning en besluitvorming, taalvermogen, maatschappelijk bewustzijn
(2) Cognitieve tekorten interfereren niet met de dagelijkse onafhankelijkheid van het individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Neurocognitieve Stoornis door de ziekte van Alzheimer

A

(1) Individu vertoont de kenmerken van een ernstige of milde neurocognitieve stoornis
(2) Geheugenstoornis is een opvallend kenmerk
(3) Genetische indicaties of familiegeschiedenis van de ziekte van Alzheimer onderstrepen de diagnose, maar zijn niet essentieel hiervoor
(4) Symptomen zijn niet het gevolg van andere aandoeningen of medische problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Seniele plaques

A

Bolvormige afzettingen van bèta-amyloïde eiwit die zich vormen in de ruimtes tussen cellen in de hippocampus, de hersenschors en bepaalde andere hersenregio’s en bloedvaten
–> Verstoord inter-neuron communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Neurofibrillaire tangles

A

Gedraaide eiwitvezels die worden aangetroffen in de cellen van de hippocampus
–> Verstoord transport van moleculen in neuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vroeg optredende variant van Alzheimer

A

Mutaties in bepaalde genen vergroten de kans op plaque- en tanglesformaties en, op hun beurt, de ziekte van Alzheimer

Sommige families lijken deze mutaties over te brengen, waardoor het begin van de ziekte in gang wordt gezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Laat optredende variant van Alzheimer

A

Deze vorm van de ziekte lijkt het gevolg te zijn van een combinatie van genetische, omgevings- en leefstijlfactoren

De genetische factoren die een rol spelen bij de sporadische ziekte van Alzheimer verschillen van de factoren die een rol spelen bij de familiaire ziekte van Alzheimer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly