Schizofrenie en psychotische stoornissen Flashcards
Schizofrenie
(1) Het individu vertoont voor 1 maand 2 of meer van de volgende symptomen voor het grootste gedeelte van de tijd:
(a) Wanen
(b) Hallucinaties
(c) Ongeorganiseerde spraak
(d) Zeer abnormale motorische activiteit, inclusief katatonie
(e) Negatieve symptomen
(2) Tenminste 1 van de symptomen moet wanen, hallucinaties of ongeorganiseerde spraak zijn
(3) Individu functioneert veel slechter op verschillende levensgebieden dan voor de symptomen
(4) Buiten deze maand van intense symptomen, blijft het individu tot op zekere hoogte een beperkt functioneren vertonen voor tenminste 5 extra maanden
Positieve symptomen
Overmaat of stoornis van normale functies: wanen, hallucinaties, formele denkstoornis, chaotisch gedrag
Negatieve symptomen
Vermindering van normale functies: sociale terugtrekking, gebrek aan aandrift en initiatief, anhedonie, affectvervlakking
Schizofreniforme Stoornis
Als schizofrenie doch totale duur meer dan 1 en minder dan 6 maanden
–> Meest correct als twijfel aan duur-criterium
Schizoaffectieve Stoornis
– Ononderbroken ziekteperiode waarin op bepaalde tijd wordt voldaan aan zowel stemmingsepisode (grootste deel van de tijd) als Criterium A symptomen van schizofrenie
– Gedurende zelfde periode zijn er wanen of hallucinaties geweest zonder centraal staande stemmingsklachten
Waanstoornis
(1) Waan gedurende 1 maand of langer
(2) Tactiele/olfactorische hallucinaties gerelateerd aan waanthema
(3) Criterium A Schizofrenie niet aanwezig
(4) Disfunctioneren niet aanmerkelijk en gedrag niet vreemd of bizar
Kortdurende Psychotische Stoornis
(1) Minder dan een maand met terugkeer naar premorbide niveau van functioneren
(2) 1 of meer van de volgende symptomen: wanen, hallucinaties, chaotische spraak, chaotisch of katatoon gedrag