Verslaving Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van verslaving?

A

Een chronische hersenziekte met een destructieve leefstijl voor de persoon die het betreft en diens omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke drie soorten kun je verslavende middelen onderscheiden?

A
  1. Stimulerend: onder andere koffie, tabak, cocaïne, amfetamine.
  2. Verdovend: Bijvoorbeeld kalmerende medicijnen, heroïne, methadon.
  3. Bewustzijn veranderend : Onder meer hasj, isd, psilocybine.

Onderscheid is moeilijk te maken, omdat de middelen ook een gemixt effect kunnen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn gedragsverslavingen?

A

Verslavingen die betrekking hebben op het gedrag, zoals gokverslaving, eetverslaving, seksverslaving, gameverslaving, sociaal-mediaverslaving, internetverslaving, koopverslaving, enzovoort. Op dit moment zijn behandelingen van gedragsverslavingen vergelijkbaar met die van alcohol- en drugsverslaving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is pathologie

A

Ziekteleer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt de pathologie bij verslaafde mensen gekenmerkt?

A
  • Het gelijktijdig voorkomen van somatische stoornissen die een direct of indirect gevolg zijn van het gebruik van verslavingsmiddelen.
  • Het gelijktijdig voorkomen van andere psychiatrische stoornissen.
  • Het veroorzaken van maatschappelijke overlast of crimineel gedrag.
  • Het veelvuldig gebruik van meerdere stoffen.

Deze categorieën zijn belangrijk voor het opstellen van een behandelplan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is polydrugsgebruik?

A

Bij polydrugsgebruik gebruik je één middel vaak als basis (of primaire drug). Aanvullende drugs gebruik je om de effecten te verlichten, versterken of compenseren. Dit verbetert de ervaring en zorgt voor een mogelijke synergie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer spreekt men van een dubbele diagnose?

A

Men spreekt hiervan wanneer er bij een verslaafd persoon ook een andere psychiatrische stoornis volgens de criteria van de DSM-5 wordt vast gesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt een chronische verslaving in?

A

Dit zijn vaak mensen met polydrugsgebruik, een dubbele diagnose en gedrag dat veelal leidt tot maatschappelijk overlast of criminaliteit. Het is belangrijk om voor deze doelgroep de gezondheidsrisico’s te beperken en kwaliteit van leven te verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem voorbeelden van somatische complicaties

A

De veel voorkomende somatische stoornissen bij mensen met een verslaving zijn:

  • Leverfunctiestoornissen
  • Hepatitis B en C
  • Pulmonaal lijden
  • Cerebrale stoornissen door middelengebruik,
  • Vaatlijden
  • Diabetes mellitus
  • Slaapstoornissen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de juridische kaders bij de behandeling van een verslavingsstoornis?

A

Er kan een BOPZ maatregel ingezet worden om iemand zich tegen zichzelf of zijn omgeving te beschermen. Wel wordt hier voorzichtig mee omgegaan, omdat er nog geen beleid is in het toekennen van de gedwongen maatregel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt het mate-instrument in?

A

Dit instrument kan de aard en de ernst van de verslaving, van de psychiatrische en somatische comorbiditeit en van de beperkingen in het sociale functioneren nauwkeurig vastgesteld worden. Hiermee valt de zorgintensiteit te voorspellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vertel over het het stepped-care-model.

A

Voor het vaststellen van het behandelingsaanbod wordt het stepped-care-model gebruikt. Volgens dit model ontvangen cliënten een behandeling die niet zwaarder is dan noodzakelijk. De intensiteit is laag en wordt pas verhoogd als de huidige behandeling onvoldoende effect heeft. De klachten van de cliënten worden systematisch gevolgd zodat er tijdig bepaald kan worden of een volgende stap nodig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de 4 R’s en wat houden ze in?

A

In het proces van herstel staan een aantal doelstellingen centraal. Deze worden samengevat als de vier R’s

Remoralisatie: In de behandeling wordt de focus gelegd op de verbetering van het subjectief welbevinden. De hopeloosheid in een situatie moet afnemen willen interventies een werking hebben. De Sociaal werker moet hoop uitstraling en bereid zijn de werkrelatie met de cliënt aan te gaan.

Remediatie: De behandeling richt zich op symptomatisch herstel en vermindering van symptomatische stress. Hiervoor worden effectief gebleken interventies gebruikt, zoals motiverende gesprekstechnieken.

Rehabilitatie: De behandeling richt zich op verbetering van het functioneren op meerdere levensgebieden. Denk aan versterken van de sociale netwerk (relaties met ouders, vrienden, familie, het vinden van werk, een passende opleiding, enz.).

Recovery: Het zelfstandig leven van de cliënt staat centraal. De sociaal werker volgt de stappen die de cliënt zelf onderneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is cognitieve gedragstherapie?

A

Dit is een verzamelnaam voor cognitieve en gedragsmatige interventies, zoals zelfcontroletechnieken, terugvalpreventie, sociale vaardigheidstraining en motiverende gespreksvoering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is contigency managment (CM)?

A

Het inzetten van een formeel beloningssysteem voor het bevorderen van het gedragsverandering. (Denk aan waardebonnen, loten, tokens, bonussen, enzovoort).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is motiverende gespreksvoering?

A

Is een vorm van hulpverlening die probeert cliënten in beweging te brengen om hun levenswijze te veranderen. Met deze methode versterkt een hulpverlener de intrinsieke motivatie om te veranderen door de ambivalentie van de cliënt te onderzoeken en op te lossen. Het is geen theorie, maar een stijl of filosofie waarmee de hulpverlener de motivatie kan versterken of de ambivalentie kan verminderen.

17
Q

Wat is farmacotherapie?

A

Een behandeling met behulp van medicijnen in de verslavingszorg gericht op:

  • Onderhoudsbehandeling met vervangende medicijnen (agonisten) of met een medisch variant van het middel zelf (medische heroïneverstrekking).
  • Detoxificatie. Ontgiften van het verslavende middel met medische variant.
  • Het voorkomen van terugvallen in hernieuwd gebruik van het middel.
18
Q

Wat zijn agonisten?

A

Stoffen die de werking van een bepaalde lichaamsstof nabootsen door stimulatie van dezelfde receptoren. In de verslavingszorg wordt veel gebruik gemaakt van opiaatagonisten, zoals methadon en buprenorfine. Deze vervangen illegale opiaten zoals heroïne.

19
Q

Wat is de rol van de sociaal werker bij detoxificatie van middelen?

A

De sociaal werker heeft een belangrijke rol bij verslaafde mensen die willen afkicken. Dat gebeurt meestal in multidisciplinair teamverband. De sociaal werker richt zich op:

  • Het leggen van de eerste contacten met de sociale omgeving en het in kaart brengen van de sociale aspecten van het verslavingsprobleem.
  • Het in kaart brengen van maatschappelijke problemen die vaak onderdeel zijn van verslavingsproblematiek en het leggen van contacten met relevante betrokken instanties.
  • Het voorbereiden en ondersteunen van maatschappelijke re-integratie door middel van schuldsanering, woonruimte zoeken, enzovoort.
20
Q

Wat zijn executieve functies?

A

Vaardigheden die nodig zijn voor het uitvoeren van bewust, zelfgekozen en doelgericht gedrag.

Denkvaardigheden:

  • planning
  • organisatie
  • Time management
  • werk geheugen
  • metacognitie: jezelf en de situatie overzien

Vaardigheden om je gedrag te stimuleren of aan te passen:

  • reactie- inhibitie: eerst denken daarna handelen
  • emotieregulatie
  • volgehouden aandacht
  • taakinitiatie: op tijd en efficiëntie aan een taak beginnen
  • flexibiliteit
  • Doelgericht doorzetting vermogen.