Psychologie 2 Flashcards
bedoelde communicatie
Een boodschap die de zender wenst uit te zenden
onbedoelde communicatie
Het gedrag dat een boodschapwaarde heeft, maar die de zender niet wilt uitzenden
halo-effect
Als je bij een ander één belangrijk kenmerk vaststelt, je ervan uitgaat dat de persoon meer positieve kenmerken heeft.
indrukvorming
Een aspect van persoonswaarneming
lichaamsteken
Een zichtbaar kenmerk van het lichaam dat eventueel doelbewust is aangebracht en/of doelbewust wordt getoond
pareidolia
Iets wat betekenisloos is betekenis willen geven
taalinstinct
Taal is een biologische aanpassing die gevormd werd door natuurlijke selectie
robuuste eigenschap
Krachtig en stevig en opvallend aanwezige eigenschap
cultuur
Een door een gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen, ideeën, attitudes, gedragingen, communicatiemiddelen en de producten ervan, die van generatie op generatie worden overgeleverd
coderen
Het omzetten van gedachten in woorden
decoderen
Het terugzetten van woorden in gedachten en interpretaties
lineair proces
Een rechtlijnig verlopend proces waarbij alle stappen eenmaal en in een bepaalde volgorde worden doorlopen
circulair model
A en B zijn tegelijkertijd ontvanger en zender
analoge communicatie
non-verbale communicatie
zakelijk aspect
inhoudsniveau. Beschrijving van feiten
inhoudsniveau
Het overdragen van inhoudelijke informatie
expressief aspect
De zender van de boodschap laat met zijn non-verbale communicatie ook iets van zichzelf zien. Hij brengt iets over zijn persoonlijkheid en/of zijn status naar buiten
rationeel aspect
Een impliciete mededeling over hoe de zender de ontvanger ziet