Verklarende woordenlijst Flashcards
• carpule
glazen buisje met vloeistof
• vasoconstrictor
bloedvat vernauwer
• pH
zuurgraad
• carpulespuit
injectiehandstuk waar ‘n carpule in gaat
• intraligamentaire anesthesie
verdoving langs het wortelvlies
• oppervlakte anesthesie
verdoving van alleen de huid of het slijmvlies
• aspiratie
opzuigen (van bloed)
• intravasaal of intravasculair
in een bloedvat
• epinefrine of adrenaline
(synthetisch) bijniermerg hormoon
• infiltratieanesthesie
verdoving van de eindtakjes van een gevoelszenuw
• geleidingsanesthesie
verdoving van de begintak van een gevoelszenuw
• intraveneus
in een ader
• sensibele innervatie
met een zenuw van gevoel voorzien
• neurocranium
hersenschedel
• hoge tuberanesthesie
verdoving van de halve bovenkaak door een injectie achter het tuber maxillare
• cortex
buitenste, harde deel van het bot of een pijpbeen
• vestibulair, buccaal, labiaal
naar de omslagplooi, de wang of lip gericht
• oraal, palatinaal, linguaal
naar de mondholte, het verhemelte of de tong gericht
• extra periostaal
buiten het beenvlies
• intraossaal
in het bot
• sup- en supraperiostaal
onder en boven het beenvlies
• arteria en vene
slagader en ader
• apex (apices)
wortelpunt, -punten
• transversaal
dwars geplaatst
• divergentie en convergentie
uit elkaar en naar elkaar verlopend
• indicatie
reden
• dorsaal en ventraal
naar de rugzijde en naar de buikzijde gericht
• craniaal en caudaal
naar boven (kruin) en naar onderen (voetzool) gericht
• homolateraal (ipsilateraal) en contralateraal
aan dezelfde en de tegenoverliggende zijde
• vascularisatie
doorbloeding
• diffusie
passieve doordringing
• prikhematoom
bloeduitstorting door naald
• flegmoneuze ontsteking
zich snel en ongebreideld voortschrijdende ontsteking
• symfyse gebied
grensgebied tussen linker en rechter mandibulahelft
• anastomosen
verbinding tussen bloedvaatjes of zenuwtjes (uit verschillende richting)
• mimische spieren
aangezichtsspieren, niet tot de kauwspieren behorend
• glandula parotis
oorspeekselklier
• mediastium en pericard
anatomische ruimte tussen de beide longen, resp. de ruimte direct rond het hart
• postoperatieve trismus
beperking van de mondopening (direct) na een behandeling
• lingula (mandibulae) of doorn van Spix
botuitsteeksel bij het foramen mandibulae waar de n. alv. inf. de onderkaak binnengaat
• progene mandibula
vooruitstekende onderkaak
• paralyse en parese
volledige en onvolledige en/of onvolkomen motorische verlamming
• motoriek, motorisch
door spieractiviteit beweeglijk
• platisma
oppervlakkig gelegen halsspier
• empatisch
begripvol
• crista zygomaticoalveolaris
aanhechting van het jukbeen op de bovenkaak
• microprocessorgestuurde
met een computer gestuurd motortje
• a priori
op voorhand
• traumatisch ulcus
een wond door weefselbeschadiging