Anesthesie BK: incisieven en cuspidaten Flashcards

1
Q

Door welk foramen verlaat de n.infraorbitalis

A

Het foramen infraorbitale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De n. infraorbitalis vertakt naar de incisieven en de cuspidaten voor of na deze het foramen verlaat?

A

voordat deze het foramen infraorbitale verlaat. Deze takt af naar de incisieven en de cuspidaat ( de rami alveolares superiores anteriores)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De rami alveolares superiores anteriores zorgt voor de sensibele innervatie van?

A
  • de pulpa van de incisieven en cuspidaat
  • de vestibulaire mucosa
  • de gingiva
  • het periost en het bot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke zenuw zorgt nog voor de sensibele innervatie van de incisieven en cuspidaten?

A
  • de N. nasopalatinus (vertakt vanuit de N.Pterygopalatina)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke innervatie verzorgt de N. Nasopalatinus

A
  • het palatinale bot

- het periost en mucosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk foramen verlaat de N. nasopalatinus?

A

het foramen incisivum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke anesthesie verspreid zich het gemakkelijkst in het maxillaire bot en waarom?

A

extra periostale (infiltratie) anesthesie verspreidt zich het gemakkelijkst door de relatief dunnen en poreuze cortex van de maxilla

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarmee moet rekening gehouden worden bij het verdoven van incisieven en cuspidaat?

A
  • de wortelpunten van de centrale incisief en cuspidaat bevinden zich aan de vestibulaire zijde van het bot
  • de wortelpunt van de laterale incisief bevindt zich aan de palatinale zijde
  • > de INF kan het beste lateraal boven de apex gegeven worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Indicatie van verdoving: bij caviteitspreparaties + endo’s?

A

hierbij is vestibulaire infiltratieanesthesie meestal voldoende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Indicatie van verdoving: voor kroonprepartie ,rubberdam, bandjes en wiggetjes?

A
  • vestibulaire en palatinale infiltratieanesthesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Indicatie van verdoving: bij chirurgische ingrepen in het bovenfront

A
  • geleidingsanesthesie en aanvullend infiltratieanesthesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Via welke weg bereikt geleidingsverdoving de N. infraorbitalis en N. nasopalatinus
+
via welke weg wordt infiltratieanesthesie gegeven?

A

wordt bereikt ter hoogte van het foramen infraorbitale en de papilla incisiva
+
wordt vestibulair gegeven en zo nodig in de interdentale (palatinale) papillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

toch wordt er soms geen goede anesthesie bereikt. Hoe kan dit?

A

Hiervoor zijn de intraossale vertakkingen van de n. nasopalatinus verantwoordelijk. Deze kunnen verdoofd worden door middel van injectie of applicatie van een verdovend watje in de betreffende neusingang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Techniek: vestibulaire infiltratieanesthesie

A
  • optillen van lip met de niet- injecterende hand
  • zachtjes knijpen in de lip
  • vervolgens prikken door het slijmvlies van de omslagplooi net boven de apex van het betreffende element
  • spuit wordt hierbij parallel aan de lengteas van het element gehouden
  • naald wordt niet meer dan 3-5mm ingebracht
  • bevel van de naald is naar het bot gericht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat moet voorkomen worden bij het verdoven van het front?

A

contact van de naaldpunt met het periost en het bot moet voorkomen worden

  • injecteer langzaam
  • aspiratie aanbevolen maar niet noodzakelijk (gebied bevat geen grote bloedvaten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Techniek: palatinale infiltratieanesthesie

A
  • wordt toegediend in de palatinale gingiva ter hoogte van het betreffende gebitselement
  • de naald tangentieel insteken en niet opschuiven, of over gaan op palatinale geleidingsanesthesie voor de centrale en laterale incisief
17
Q

Techniek cuspidaat

A
  • hier is meestal voldoende ruimte voor een verdoving ter hoogte van de overgang van het verticale naar het horizontale deel van het palatum.
  • langzaam injecteren
  • ruimte voor injectievloeistof sub) en supraperiostaal is hier maximaal
18
Q

Hoeveelheid anastheticum is nodig?

A
  • vestibulair: een kwart carpule per element

- palataal: maximaal een achtste carpule