vaya cotilleo! Flashcards
1
Q
vaya cotilleo
A
gaan roddelen
2
Q
cotillear ,el cotilleo
A
roddelen, het geroddel
3
Q
roddelen, het geroddel
A
cotillear ,el cotilleo
4
Q
het tegenovergestelde van feliz ?
A
triste
5
Q
feliz
A
het tegenovergestelde van triste ?
6
Q
plantearse
A
stellen
7
Q
stellen
A
plantearse
8
Q
la ocasión
A
de gelegenheid
9
Q
de gelegenheid
A
la ocasión
10
Q
la curiosidad
A
de nieuwsgierigheid
11
Q
de nieuwsgierigheid
A
la curiosidad
12
Q
tener curiosidad por saber
A
benieuwd zijn
13
Q
sentimental
A
sentimenteel
14
Q
sentimenteel
A
sentimental
15
Q
rodear
A
omringen
16
Q
omringen
A
rodear
17
Q
probablemente
A
waarschijnlijk
18
Q
waarschijnlijk
A
probablemente
19
Q
intensamente
A
sterk,diep, intens
20
Q
sterk, diep,intens
A
intensamente
21
Q
desesperado,a
A
wanhopig
22
Q
wanhopig
A
desesperado,a
23
Q
superar
A
overwinnen
24
Q
overwinnen
A
superar
25
la pena
het verdriet
26
het verdriet
la pena
27
amargo
bitter
28
bitter
amargo
29
exagerar
overdrijven
30
overdrijven
exagerar
31
ponerse + adj;
worden
32
worden
ponerse + adj
33
nostálgico,a
vol heimwee, nostalgisch
34
vl heimwee, nostalgisch
nostálgico,a
35
estropear
verknoeien,verpesten
36
verpesten, verknoeien
estropear
37
la dicha
het geluk
38
het geluk
la dicha
39
la prosperidad
de voorspoed
40
de voorspoed
la prosperidad
41
querido,a
geliefd, bemind,dierbaar
42
dierbaar,geliefd,bemind
querido,a
43
agradar
bevallen,graag hebben
44
graag hebben
agradar
45
la mirada
de blik(kijken)
46
de blik( kijken)
la mirada
47
la sinceridad
de eerlijkheid
48
de eerlijkheid
la sinceridad
49
traicionar
verraden, in de steek laten
50
in de steek laten,verraden
traicionar
51
aunque+subj
ook al, hoewel
52
ook al, hoewel
aunque + subj
53
engañar
bedriegen
54
bedriegen
engañar
55
seducir
verleiden
56
verleiden
seducir
57
la delicadeza
de tact, fijngevoeligheid
58
de tact, fijngevoeligheid
la delicadeza
59
cariñoso,a
lief,teder
60
lief, teder
cariñoso,a
61
el bonachón
de goedzak
62
de goedzak
el bonachon
63
despistado,a:
| el despistado:
verstrooid
| iemand die er met zijn gedachten niet bij is.
64
verstrooid
| iemand die er met zijn gedachten niet bij is.
despistado,a:
| el despistado:
65
el aniversario de boda
de trouwdag
66
acabar
beëindigen
67
despejarse
opklaren, helder worden
68
de trouwdag
el aniversario de boda
69
beëindigen
acabar
70
opklaren, helder worden
despejarse
71
la mente
de geest
72
de geest
la mente
73
dar un paseo
een wandeling maken
74
een wandeling maken
dar un paseo
75
estar contento
tevreden zijn
76
tevreden zijn
estar contento
77
ponerse nostálgico
nostalgisch worden
78
nostalgisch worden
ponerse nostálgico
79
tener mucho curiosidad
erg nieuwsgierig zijn
80
erg nieuwsgierig zijn
tener mucho curiosidad
81
olvidar momentos amargos
bittere momenten vergeten
82
bittere momenten vergeten
olvidar momentos amargos
83
estropear la tarde
de avond verpesten
84
de avond verpesten
estropear la tarde
85
superar el dolor
overwinnen van de pijn
86
overwinnen van de pijn
superar el dolor
87
plantear una pregunta
en vraag stellen
88
een vraag stellen
plantear una pregunta
89
tratar con delicadeza
voorzichtig behandelen
90
voorzichtig behandelen
tratar con delicadeza
91
tener curiosidad por saber =
ser curioso
92
ser curioso =
tener curiosidad por saber
93
pensar =
opinar
94
opinar =
pensar
95
muchas veces =
a menudo
96
a menudo =
muchas veces
97
estar alrededor de una persona o cosa =
rodear
98
rodear =
estar alrededor de una persona o cosa
99
sin esperanza =
desesperado
100
desesperado =
sin esperanza
101
gustar =
agradar, encantar
102
zagradar, encantar =
gustar
103
terminar de =
acabar de
104
acabar de =
terminar de
105
comer algo ligero por la tarde =
merendar
106
merendar
comer algo ligero por la tarde