el tráfico y los sentidos Flashcards
1
Q
une puente
A
brug, maar ook brugdag
2
Q
Brug, maar ook brugdag
A
Une puente
3
Q
el autoescuela
A
de autoschool
4
Q
la autopista
A
de autosnelweg
5
Q
la autovía
A
de autoweg
6
Q
la multa
A
de boete, de bon
7
Q
el carril bici
A
het fietspad
8
Q
la velocidad máxima
A
de maximumsnelheid
9
Q
el parquímetro
A
de parkeermeter
10
Q
el radar
A
de radar
11
Q
la rotonda, la glorieta
A
de rotonde
12
Q
la policia urbana; el guardia urbana
A
de verkeerspolitie(in de stad)
13
Q
la parada de taxi
A
de taxistandplaats
14
Q
el tranvía
A
de tram
15
Q
la acera
A
het trottoir
16
Q
el semáforo
A
het verkeerslicht
17
Q
las señales de tráfico
A
de verkeersborden
18
Q
el código de circulación
A
het verkeersreglement
19
Q
el seguro obligatorio
A
de verplichte verzekering
20
Q
el arcén
A
de pechstrook
21
Q
el peatón
A
de voetganger
22
Q
el transceúnte
A
de voorbijganger
23
Q
el camión
A
de vrachtwagen
24
Q
el impuesto de circulación
A
de wegenbelasting
25
el carril
de rijstrook
26
el paso cebra
het zebrapad
27
aparcar; el aparcamiento
parkeren parkeerplaats
28
adelantar
voorbijsteken
29
saltarse el semáforo
door het rode licht rijden
30
la prioridad
de voorrang
31
ceder ; ceda el paso
voorrang geven
32
emprender
in gang zetten,beginnen
33
advertir de
waarschuwen voor
34
el peligro
peligroso
correr peligro
het gevaar
gevaarlijk
gevaar lopen
35
la potencia
het vermogen
36
alertar sobre
waarschuwen voor
37
el vehículo
het voertuig
38
ya que,puesto que,porque
daar, aangezien
39
la asignatura pendiente
vak waarvoor men nog niet is geslaagd,figurlijk :heet hangijzer, netelige kwestie
40
el factor
de factor, het element
41
incidir en
van invloed zijn op
42
el motivo
de reden, de aanleiding
43
la vigilancia
het toezicht
44
llevar una campaña
campagne voeren
45
registrar
vaststellen, registreren
46
es decir (afkort:e.d)
dit wil zeggen
47
desencadenar
ontketenen
48
intervenir como factor desencadenante
een doorslaggevende rol spelen
49
de los mismos
daarbij
50
concluir
eindigen
51
la salida de la vía
het van de weg (ge)raken
52
la vía
de weg
53
el atropello
de aanrijding
54
no obstante
desondanks, toch
55
los datos
de gegevens
56
concurrir
bijdragen
57
la distracción
de onoplettendheid
58
influir en
invloed hebben op
59
el siniestro
het ongeluk
60
responsable de
verantwoordelijke voor
61
puesto que
daar, aangezien
62
aumentar
verhogen, doen stijgen
63
la estimación
de schatting
64
el estudio
de studie, het onderzoek
65
publicar
publiceren
66
de cara a
met het oog op
67
el desplazamiento
de verplaatsing
68
destacar
benadrukken, onderstrepen,opvallen, in het oog springen
69
continuado,a
onafgebroken
70
el efecto
de invloed, de uitwerking
71
evitar
vermijden, voorkomen
72
el picor
de jeuk, prikkeling
73
el error
de vergissing, de fout
74
la distancia
de afstand
75
el aumento
de toename
76
suponer
inhouden,betekenen
77
el riesgo
het risico
78
a la hora de
als het erop aankomt om
79
asimismo
eveneens, ook
80
resaltar
onderstrepen, de aandacht vestigen op
81
corrector
corrigerend
82
obtener
behalen
83
la lentilla
de lens
84
ocultar
oog-
85
el estado
de toestand
86
une coche de alta potencía
een krachtige auto(zoiets)
87
la vista, ver( kijken) ,mirar(zien)
het zicht, zien
88
el oido,oir(horen), escuchar(luisteren)
het gehoor
89
el gusto,gustar
de smaak
90
el tacto:tocar
de tastzin
91
el olfato; oler
de reukzin
92
yo huelo, tú hueles, él huele, nosotros olemos, vosotros oléis, ellos huelen
vervoeging oler
93
propongo que haya más semáforos.
Ik stel voor dat er meer stoplichten komen.
94
Para prevenir accidentes, recomiendo que se reduzca la velocidad en las carreteras;
Om ongelukken te vermijden, raad ik aan de snelheid op de wegen te verminderen.
95
No estamos de acuerdo con las medidas que propone Tráfico.
We zijn het niet eens met de maatregelen die het Ministerie van verkeer voorstelt.
96
No me gusta que haya tantas motos.
Ik hou er niet van dat er zoveel motoren zijn.
97
Me parece importante que se eviten los riesgos de fatiga.
Het lijkt mij belangrijk dat de risico's van vermoeidheid worden vermeden.
98
No creo que se conduzca con sensatez.
Ik denk niet dat men verstandig autorijdt.
99
Dudo que haya menos accidentes.
Ik twijfel eraan of er minder ongelukken gebeuren.
100
Nos preocupa que circulan tantos coches.
Het baart ons zorgen at er zoveel auto's rijden.
101
Me temo que no aprobarás el carné.
Ik ben bang dat je je rijbewijs niet zult halen.
102
Me fastidia que no sepan conducir.
Het stoort me dat ze niet kunnen autorijden.
103
Sospecho que hay un embotellamiento/ atasco.
Ik vermoed dat er een file is.
104
Ik hou er niet van dat er zoveel motoren zijn.
No me gusta que haya tantas motos.
105
intervenir
ingrijpen
106
la consideración
overweging
107
la presentación:resultaten
actuación:optreden zang, dans
la función: theatervoorstelling
resultaten: la presentación
optreden: actuación
theatervoorstelling: la función
108
el colisión(es mas grave que atropello)
el atropello
el siniestro
de botsing
de aanrijding
accident
109
la distracción
onoplettendheid
110
el síntoma
de oorzaak
111
evaluar
inschatten, evalueren
112
incidir , influir
van invloed zijn op
113
Casi todos los accidentes mortales se deben a una velocidad excesica.
deben a :toe te schrijven aan
114
advertir of ? = (waarschuwen voor )
alertar sobre of ? =( waarschuwen voor)
115
incidir en = invloed hebben op (ander wrd)
influir en
116
destacar=opvallen (ander wrd)
resaltar
117
porque = daar, aangezien (ander wrd 2)
ya que, puesto que
118
la fatiga = vermoeidheid (ander wrd)
el cansancio
119
verbo = aumentar
```
sustantivo = el aumento
adj = aumentado
```
120
verbo =cansarse
```
sust = el cansancio
adj = cansado
```
121
verb =causarse
```
sust = la causa
adj= causal
```
122
verb = conducir
sust = el conductor
123
verb =controlar
```
sust = el control,
adj = controlado
```
124
verb =corregir
sust = la correción
| adj =correcto
125
verb = dificultar
sust =la dificultad
| adj = dificil
126
verb = morir
```
sust = la muerte (dood),el muerto( dode)
adj = muerto
```
127
verb = picar
sust = el picor, el pico
128
verb =vigilar
```
sust = la vigilancia
adj = vigilante
```
129
el moribundo
de stervende
130
het verkeersaccident
el accidente de tráfico
131
een controle campagne
la campaña de vigilancia( toezicht)
132
vermoeidheid in de rug
el cansancio de espalda
133
prikkelende, jeukende ogen
el picor de ojos
134
proefrit
la prueba de conducción
135
reactietijd
el tiempo de reacción
136
de zomervakantie
las vacaciones de verano
137
de zomervakantie
las vacaciones de verano
138
distraído =verstrooid,afgeleid (ander rd)
despistado
139
ser de la acera e enfrente
(letterlijk aan de andere kant v/d straat zijn)
| homosexueel
140
la tuna
grupos estudiantes del universidad que canten
141
sensatez ,el sentido común
het gezond verstand
142
het gezond verstand
sensatez ,el sentido común
143
el carné
el pemiso e conducir(rijbwijs)
144
accidente mortal o accidente letal
dodelijk of fataal ongeval
145
dodelijk of fataal ongeval
accidente mortal o accidente letal
146
advertir del peligro
| alertar sobre el peligro
waarschuwen voor gevaar(2 mogelijkheden)
147
waarschuwen voor gevaar
advertir del peligro
| alertar sobre el peligro
148
aumentar los tiempos de reacción
de reactietijd verhogen
149
de reactietijd verhogen
aumentar los tiempos de reacción
150
dificultar la concentración
moeilijk concentreren
151
moeilijk concentreren
dificultar la concentración
152
emprender una campaña
een compagne opzetten, beginnen
153
obtener resultados
resultaten verkrijgen
154
publicar un estudio
een studie publiceren
155
realizar una prueba
voor een test slagen
156
voor een test slagen
realizar una prueba
157
resultaten verkrijgen
obtener resultados
